EY 14th Global Fraud Survey: corruptie blijft ‘gewoon’

Hoewel er vooruitgang te constateren is, zegt EY, in de manieren waarop en het enthousiasme waarmee organisaties wereldwijd de risico’s rond fraude en corruptie proberen te minimaliseren, blijft ‘onethisch handelen’ toch een wijdverspreid kwaad: 39% van de respondenten is van oordeel dat corruptie in hun land veel voorkomt of zelfs normaal geacht kan worden. En bijna de helft van de deelnemers rechtvaardigt onethisch gedrag met het argument, dat de dit noodzakelijk is om de financiële doelstellingen te realiseren!

 

 

De 14de Global Fraud Survey bespreekt de risico’s en bevindingen en detail en geeft tips hoe organisaties de risico’s verder ‘under control’ kunnen brengen – met speciale aandacht voor Afrika, Brazilië, China, Oost Europa en India.

  

De belangrijkste bevindingen: 

• 91% van de respondenten erkent het belang van transparantie rond beneficial ownership, het juridisch en economisch eigendom van entiteiten waarmee zaken gedaan worden
• 83% denkt dat het verstandig zou zijn indien directies persoonlik aansprakelijk gesteld zouden kunnen worden – dat zou afschrikwekkend werken
• 51% van respondenten in de derde wereld is van oordeel dat corruptie in hun land ‘normaal’ is
• 1 van de 10 deelnemers vindt het acceptabel om in moeilijke tijden een beslisser wat geld toe te stoppen om hem als klant te houden. In het Verre Oosten neemt dat percentage toe tot 1 op de 4
• 42% zou het accepteren om als dat nodig was over ethische grenzen te gaan om winstdoelstellingen te halen.
• Terwijl 55% van de organisaties een klokkenluidersregeling kent, zegt 19% dat loyaliteit ten opzichte van de werkgever ( 18% loyaliteit tegenover collega’s) hen ervan zou weerhouden om onethische praktijken te melden
• Slechts 50% van de deelnemers zegt dat hun organisatie enige vorm van software gebruikt om risico’s te monitoren
• 1 op de vijf deelnemers checkt nooit automatisch handelspartners in het kader van ketenpartner-due diligence onderzoeken