Belastingbetalers weer naar rechter om spaarbelasting

Ondanks aanpassingen betalen spaarders nog steeds veel meer belasting over hun vermogen dan ze aan rente ontvangen, zegt de BvB.

De strijd tegen de zogenaamde vermogensrendementsheffing is nog lang niet gestreden, ondanks een gunstige uitspraak van de Hoge Raad. Spaarders hadden een zaak aangespannen omdat de belasting van 1,2 procent op het vermogen veel hoger is dan de rente die ze over hun spaargeld krijgen. En dat is eigenlijk diefstal, concludeerde de Hoge Raad.

De overheid moet de belastingbetalers daarvoor compenseren, aldus de rechters. Het Centraal Plan Bureau (CPB) was om een advies gevraagd over de hoogte van de compensatie, maar kwam daar niet uit.

In 2017 heeft het kabinet de belastingheffing al aangepast. Maar ook die aanpassingen zijn niet voldoende, betoogt de BvB, die een nieuwe rechtszaak voorbereidt tegen de spaarbelasting over de jaren 2017, 2018 en 2019.

"Wij roepen alle drie miljoen belastingbetalers die vermogensrendementsheffing betalen op om mee te doen", zegt BvB-voorzitter Jurgen De Vries. Tienduizenden belastingplichtigen hebben inmiddels bezwaar gemaakt tegen de definitieve aangifte.