AFM wil wetswijziging accountantscontrole

De Autoriteit Financiële Markten (AFM) pleit in haar jaarlijkse wetgevingsbrief voor enkele aanpassingen in toezichtwetgeving.

Dit jaar zijn concrete voorstellen opgenomen op het terrein van o.a. accountantsorganisaties. De AFM wil accountantsorganisaties wettelijk verantwoordelijk maken voor de kwaliteit an de individuele wettelijke controles.

Uit uitspraken van het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) van 18 juni 2019 volgt dat de AFM accountantsorganisaties niet rechtstreeks juridisch kan aanspreken op de kwaliteit van hun wettelijke controles, zo schrijft de toezichthouder. 

Door deze uitspraken wordt het toezicht van de AFM op de accountancysector minder effectief. De zorgplicht uit artikel 14 Wet toezicht accountantsorganisaties (Wta) is het enige wettelijke aanknopingspunt om de accountantsorganisaties rechtstreeks verantwoordelijk te kunnen houden voor de kwaliteit van hun wettelijke controles. De inschatting van de AFM is dat het in de praktijk moeilijker zal zijn een direct verband aan te tonen tussen tekortkomingen in de wettelijke controles en specifieke omissies in het stelsel van kwaliteitsbeheersing die dit hebben veroorzaakt. Om die reden dringt de AFM er op aan de wetgeving aan te passen.

Bij tekortschietende kwaliteit van een wettelijke controle is het aanspreken van een individuele accountant via het tuchtrecht voor de AFM de enige optie. De verantwoordelijkheid voor de kwaliteit van wettelijke controles beperken tot alleen de individuele externe accountants past echter niet bij de ontwikkeling van het accountantsberoep: accountants zijn niet langer de vrije beroepsbeoefenaars die ze ooit waren. Ze maken deel uit van controleteams, zijn gebonden aan interne procedures en kwaliteitscontroles en stemmen bepaalde vraagstukken, zoals fraude, af met daartoe aangewezen interne commissies.

Accountantsorganisaties nemen een steeds prominentere rol in het systeem van de financiële markten in en worden, net als andere ondernemingen, centraal aangestuurd door een bestuur. De accountantsorganisatie is er voor verantwoordelijk dat haar medewerkers, zoals haar externe accountants, in gezamenlijkheid de noodzakelijke kwaliteit leveren. 

Daarnaast zijn accountantsorganisaties de primaire normadressant van de Wta, waaraan de vergunningen worden verleend om wettelijke controles te mogen verrichten. Ook wordt de overeenkomst voor het verrichten van een wettelijke controle gesloten tussen de accountantsorganisatie en de controlecliënt. Controlecliënten maken gebruik van de naam en reputatie van de accountantsorganisaties; andersom profileren accountantsorganisaties zich als accountant van grote bedrijven zoals beursfondsen en banken. Optreden tegen individuele accountants doet geen recht aan de verantwoordelijkheid die rust op de accountantsorganisaties en beschouwt de AFM om voornoemde redenen als minder effectief.

Door een duidelijke scheiding aan te brengen in de wettelijke verantwoordelijkheden van accountantsorganisaties voor enerzijds het stelsel van kwaliteitsbeheersing en anderzijds de kwaliteit van wettelijke controles, wordt het toezicht door de AFM gerichter en daarmee ook effectiever. Als de AFM accountantsorganisaties aanspreekt op ernstige tekortkomingen in individuele wettelijke controles, wordt daarmee niet de indruk gewekt dat er ook uitspraak wordt gedaan over de kwaliteit van de accountantsorganisatie in brede zin, maar wordt het beperkt tot de specifieke casussen.

De AFM verzoekt de minister van Financiën een voorstel te doen tot aanpassing van de Wta, waardoor accountantsorganisaties direct en (rechts)persoonlijk verantwoordelijk zijn voor de kwaliteit van individuele wettelijke controles, zodat ernstige tekortkomingen in wettelijke controles die in naam van de accountantsorganisatie zijn verricht aan die organisatie kunnen worden toegerekend.

Gerelateerde artikelen