Zijn belastingadviseurs te vergelijken met sigarettenfabrikanten?

Een beroemde Britse jurist verweet onlangs fiscalisten, dat zij maatschappelijk geheel van het padje zijn geraakt, en nodig aan zelfonderzoek moeten doen. De branche reageert wisselend furieus.
Op 12 mei was Des Hudson, voorheen ‘chief’ van de Britse Law Society, keynote speaker op een bijeenkomst van CIOT,  het Chartered Institute of Taxation. 
Daarin gaf hij zijn definities van belastingontwijking, belastingontduiking en ‘tax planning’ .
De Financial Times citerend stelde hij, dat belastingontwijking staat voor het gebruik maken van mazen in de wet om zo min mogelijk belasting betalen – daarmee een voordeel creërend dat de wetgever nooit bedoeld heeft. Daartoe worden ingewikkelde constructies bedacht, die geen ander doel hebben dan het verminderen van de te betalen belasting. Belastingontduiking is hetzelfde, maar dan met illegale middelen. Het doel van tax planning daarentegen zou niet meer (moeten) zijn dan namens de klant de belastingwetten optimaal interpreteren – zonder toevlucht tot schimmige of onnatuurlijke constructies.
 
Hudson verweet vervolgens de aanwezige CIOT-leden, lees de beroepsgroep als zodanig, dat zij ‘completely out of touch’ leken te zijn  met wat de maatschappij inmiddels denkt over belastingontwijking en over de professionals, die ‘het grootkapitaal’ daarbij een handje helpen.
Fiscalisten is het blijkbaar ontgaan, dat alle vormen van belastingontwijking inmiddels maatschappelijk onaanvaardbaar gevonden worden, en dat het verschil tussen ontwijking, planning en ontduiking niet meer gevoeld wordt. Dat ontwijking niets illegaals behelst, doet er voor ‘de mensen’ niet toe.  
 
Toen iemand uit het publiek opmerkte dat fiscalisten geen andere plicht hadden dan te zorgen dat cliënten betalen wat zij moeten betalen, maar ook geen cent meer, antwoordde Hudson dat die houding nu precies duidelijk maakte wat hij bedoelde: Die attitude is niet langer maatschappelijk aanvaardbaar.
Op Accountingweb  werd daarover met voorzichtige instemming gerapporteerd,  hetgeen weer leidde tot een verhit debat op datzelfde medium. Een aantal interessante gezichtspunten komt uit dat debat naar voren. 
Heeft ‘de maatschappij’ altijd, c.q. in dit geval, gelijk? Vooral wat het verschil tussen binnen en buiten de wet betreft? Het gaat hierbij natuurlijk ook of er gebruik wordt gemaakt van artificiële constructies, met gevolgen die de wetgever niet bedoelde. “Dan moet de wet maar aangescherpt worden,” was daarop de reactie, “dat is onze verantwoordelijkheid niet.” 
 
Tax planning versus belastingontduiking: niet alleen het publiek, maar ook politici en de media maken nauwelijks tot geen onderscheid en zijn dus medeschuldig aan de verwarring. 
 
Een ander punt betreft de professionele plicht tegenover de klant enerzijds versus de morele verantwoordelijkheid ten overstaan van de maatschappij als geheel, het ‘dienen van het algemeen nut’ dat dezer dagen van financials verwacht wordt. Tegenwerping uit het vak: “Wie betaalt bepaalt. Een klant die ik niet optimaal help kan ze zelfs aanklagen!”  
 
Veel fiscalisten verwijten de jurist Hudson dat hij als pot de ketel verwijt dat deze zwart is. Wat vindt het volk van advocaten die misdadigers op technicalia vrij weten te krijgen?  Laten ze eerst hun eigen huis op orde brengen! 
Tot slot werd er veel gesproken over de mogelijkheid van strakkere regulering van het beroep in het Verenigd Koninkrijk. “Iedere Jan, Piet of klaas kan zich maar belastingadviseur noemen, ja zelfs ‘registered tax agent’ worden. Waarom stelt de belastingdienst geen strengere eisen?  Dan is er ook minder kans op excessen." Gezien de rol van de grote kantoren in wereldwijde tax planning een inderdaad wereldvreemde opvatting.
 
Slechts een enkele maatschappelijk verntwoorde fiscalist is het eens met Hudson. “De tax profession is in denial, net als de tabaksindustrie dat al jaren is.”
 
Gerelateerde artikelen