Wijzigingswet accountancy: voorlopig alleen voor OOB-kantoren

De minister vindt de regeldruk te groot voor kleinere kantoren.

Alleen OOB-organisaties moeten verplicht gaan rapporteren over kwaliteitsindicatoren die worden ingevoerd in het kader van de Wijzigingswet Accountancysector. Na drie jaar volgt een evaluatie van deze rapportageplicht. Na die evaluatie maakt de minister van Financiën een nieuwe afweging maken over de vorm en de inhoud van een mogelijke plicht voor de overige accountantskantoren om te rapporteren over hun kwaliteit.

Dat zegt minister Heinen van Financiën in een brief aan de Tweede Kamer. “Dit betekent dat de rapportageplicht voor reguliere vergunninghouders nu niet wordt ingevoerd en dat zij op grond van dit wetsvoorstel nog niet hoeven te rapporteren over kwaliteitsindicatoren”, schrijft de. minister.

In de praktijk zijn er nog maar zes accountantskantoren die moeten gaan rapporteren over kwaliteitsindicatoren uit de nieuwe Accountantswet. De minister motiveert het besluit door erop te wijzen dat  kleinere accountantsorganisaties aanzienlijk meer regeldruk meebrengt dan voor de grote kantoren.

De voorgenomen Wijzigingswet Accountancysector veroorzaakte vorig jaar deining onder accountants. NBA-voorzitter Kris Douma zei bezorgd te zijn over de dataverplichtingen waarmee de sector geconfronteerd wordt als de wetswijziging wordt doorgevoerd. De AFM kan als toezichthouder van alles en nog wat uitvragen bij kantoren.

De SRA heeft vooral bezwaar tegen de medeverantwoordelijkheid van de accountantsorganisatie voor de kwaliteit van individuele wettelijke controles. Het vraagt het onmogelijke van accountantsorganisaties, aldus SRA-voorzitter Diana Clement. “Vanuit internationaal en juridisch perspectief begeven we ons als Nederland op een totaal verkeerd vlak.”

De minister stelt tevens de inwerkintreding uit van de maatregel van de aanwijzingsbevoegdheid van de NBA. Dit omdat er volgens Heinen geen problemen bekend zijn van organisaties van openbaar belang die geen accountantsorganisatie kunnen contracteren en die alleen zijn op te lossen met deze aanwijzingsbevoegdheid.

“Deze maatregel ligt klaar, maar laat ik pas van kracht worden als ik ervan overtuigd ben dat er een OOB is die zijn intern risicobeheer op orde heeft, daarover voldoende en inzichtelijke controle-informatie kan verschaffen en zich redelijk heeft opgesteld wat betreft de prijs van de controle-opdracht en die desondanks geen accountantsorganisatie heeft kunnen contracteren.”

Gerelateerde artikelen