Werkstraffen voor omkoping Google-bestuurder
Eerder over deze zaak op AccountantWeek:
– 'Niet Google, maar wij zijn opgelicht'
– Klacht: 75 miljoen euro verschil in jaarrekening TCN
De rechtbank in Zwolle legde S. een werkstraf van 240 uur en 9 maanden cel op. Zijn vrouw moet een werkstraf van 180 uur ondergaan en kreeg 6 maanden cel voorwaardelijk.
Volgens het Openbaar Ministerie zou meer dan een miljoen euro aan steekpenningen betaald zijn, maar de rechtbank achtte de betaling van 590.000 euro bewezen. Het duo is ook veroordeeld voor fraude en witwassen. Het verwijt dat ze samen met de Google-bestuurder een criminele organisatie vormden, acht de rechtbank niet bewezen.
Het vastgoedbedrijf TCN van S. verkeerde in 2008 door de kredietcrisis in zwaar weer. Het bedrijf moest dat jaar voor 140 miljoen euro aan vastgoed verkopen. Cruciaal was de rol van Google bij de huur van een datacentrum in de Eemshaven. Met de omkoping werd de verlenging van dat contract zekergesteld. Google-bestuurder Simon Tusha heeft in het Amerikaanse strafproces zijn rol al toegegeven. Hij meent in juni 2008 door S. te zijn benaderd met de vraag of hij zijn positie bij Google wilde misbruiken. Als hij de door Google te betalen huurprijs opdreef, was dat gunstig voor TCN maar ook voor hem. Die afspraak verzweeg hij voor zijn werkgever. Volgens S. kwam Google al in 2009 achter de dubbelrol van Tusha. Het steekt hem dat hij daarvan destijds niet op de hoogte is gebracht. De vastgoedondernemer achtte zich juist een slachtoffer, geen verdachte.
Verlenging van het contract was van groot belang voor TCN. Dat bleek ook uit de tuchtzaak in juni dit jaar tegen de accountant van KPMG. De accountant keurde de jaarrekening 2010 goed. Maar vastgoedbedrijf TCN maakte helemaal geen 11 miljoen euro winst, zoals in de jaarrekening staat, maar juist 64 miljoen euro verlies, meenden de curatoren.
Met de valse facturen werd de omkoping verborgen gehouden. Tegen S. was 21 maanden cel geëist, tegen zijn vrouw 15 maanden. De rechtbank hield onder meer rekening met het feit dat S. en zijn vrouw niet handelden vanuit direct financieel gewin. Ook dateren de feiten uit 2008. Het strafbare gedrag werd S. echter extra verweten omdat hij zich eerder uitgaf als ,,het geweten van de vastgoedbranche'', aldus de rechtbank.
Een van de raadslieden was teleurgesteld over het vonnis. Ze kondigde aan dat S. en Van B. in beroep gaan.
Auteur: Michiel Satink / Juridisch Persbureau Zwolle