Wat te doen tegen vooringenomenheid van de controlerend accountant?
Uit onderzoek blijkt dat audit-reviewers die bekend zijn met de persoonlijke bias van een controlerend accountant (te) gemakkelijk met diens vooroordelen meegaan.
In de meest recente uitgave van The Accounting Review van de American Accounting Association, wordt gerapporteerd over een interessant onderzoek.
Kennis van vooroordelen en vooringenomenheid van de opsteller van een accountantsverklaring, zo blijkt, brengt de professionele reviewer van zo een verklaring er niet toe, de oordelen van die vooringenomen opsteller extra kritisch te beoordelen.
Integendeel – zij blijken meer op diens oordeel te vertrouwen dan reviewers die niet op de hoogte zijn van de eigenaardigheden van de opsteller.
“Reviewers die niets weten van en over de opsteller baseren zich veel sterker puur op de evidence uit de audit dan kwaliteitsbewakers die de opsteller en zijn bias persoonlijk kennen,” concludeert Vicky B. Hoffman, professor of business administration aaan de University of Pittsburgh. “Andersom blijkt ook, dat reviewers die bekend zijn met de vooroordelen van de opsteller zich sterk laten leiden door diezelfde vooringenomenheid.”
Dit onderzoek ondersteunt bevindingen van eerdere research naar problemen die kunnen optreden wanneer men geconfronteerd wordt met belangenconflicten van adviseurs, zoals het ‘ironic rebound effect’ ; een ervaring die iedereen wel (her)kent die ’s nachts in bed probeert niet aan iets te denken – met averechts effect.
In het betreffend experiment werden 119 audit managers en senior managers van twee Big Four kantoren voorzien van precies dezelfde beperkte zakelijke achtergrondinformatie (500 woorden lang) over de voorraadpositie van een bedrijf. Daarna moesten ze reageren op de (kwaliteit van de) oordelen, door een van hun accountants geformuleerd over die voorraden.
Dat oordeel was of vriendelijk, “geen extra afschrijving noodzakelijk” of kritisch, “”Er moet minstens voor $1,2 miljoen extra afgeschreven worden”.
De helft van de reviewers van het vriendelijk oordeel werd verteld dat de accountant/opsteller eerder met de controller van het bedrijf gewerkt had en nog steeds met haar bevriend was. De helft van de beoordelaars van de kritische rapportage kreeg te horen dat de opsteller eerder gewerkt had met de controller, maar een hekel aan hem had gekregen. De rest van de reviewers beschikte alleen over de ‘harde informatie’.
En inderdaad… de verschillende groepen bleken héél verschillend te oordelen over ( het rapport over) precies dezelfde feiten. Waarbij vooral kennis over de gevoelens van de opsteller van het rapport bepalend is. En zeker niet objectiverend werkt.
Meer over dit onderzoek, ‘How Audit Reviewers Respond to an Audit Preparer’s Affective Bias: The Ironic Rebound Effect’ en hoe daar iets tegen gedaan kan worden via www.accountingtoday.com/