Waarschuwing voor AA wiens memo in echtscheidingsproces belandde

Ondanks de nadrukkelijke toevoeging dat dit document uitsluitend was bedoeld voor eigen gebruik, zag een accountant zijn memo in een echtsscheidingsprocedure belanden. Toch geeft de Accountantskamer hem een waarschuwing.

Door Jan Smit

Zaaknr. 21/421

Wij schreven eerder over deze zaak: Vrouw beticht AA van verzaken zorgplicht bij 'vechtscheiding'

'Bijgaande bescheiden zijn uitsluitend bestemd voor intern gebruik’.
Hij had het er nota bene bíj gezet: het memo dat hij op 30 januari 2020 aan zijn client had verstuurd was louter bedoeld als ‘geheugensteuntje’! Zijn client had ‘de verschillende gebeurtenissen in een tijdsbestek van bijna tien jaar niet meer helemaal helder’ en wilde graag een ‘overzicht van de gang van zaken’.

Maar tot zijn grote schrik ontdekte de AA in augustus dat de client dit ‘geheugensteuntje’ had gebruikt in de rechtszaak die zijn ex tegen hem had aangespannen – de client en de vrouw zijn sinds 2008 gescheiden. Voor de accountant aanleiding de rechtbank daar stante pede over te informeren. Het mocht niet meer baten, het leed was geschied. De vrouw verloor de zaak, maar gaat in beroep en startte een tuchtzaak tegen de accountant.

Haar klacht bestaat uit drie delen. Het eerste heeft betrekking op een advies uit 2013. De ex-man van klaagster runde een aantal bedrijven ICT-bedrijfjes vanuit zijn management-BV. Die BV diende tevens als pensioenvoorziening. Maar in dat jaar maakte de man naar eigen zeggen een carrièreswitch. Hij ging zich meer richten op coaching en persoonlijk leiderschap. De AA adviseerde hem daarop een eenmanszaak: die rechtsvorm zou beter passen bij zijn nieuwe werk.

Gevolg: de inkomsten van de man vloeiden niet meer naar de BV, maar naar de eenmanszaak, waardoor de BV geen omzet meer genereerde en er geen geld meer was voor de pensioenaanspraken van beiden. 

Volgens klaagster heeft de AA daarmee haar belang met voeten getreden. 

De accountant en diens advocaat Jacqueline Dongelmans zien het duidelijk anders, bleek in juni tijdens de zitting. Volgens hen diende de klacht over het ‘advies’ uit 2013 sowieso niet-ontvankelijk te worden verklaard vanwege overschrijding van de – toen nog geldende – driejaarstermijn. De tuchtrechters gaan hierin mee.

De twee andere klachtonderdelen hebben betrekking op het al eerder genoemde memo en door de AA opgestelde jaarverslag 2019 van de management-BV. In dit jaarverslag staan volgens Dongelmans veel fouten. Ook schrijft de AA dat de continuïteit is gegarandeerd omdat er ‘zicht is op een positieve kasstroom’. Een conclusie die volgens de advocaat nergens op gebaseerd is.

De Accountantskamer onderschrijft die conclusies deels. Uit de toelichting van de accountant op de zitting maakt het tuchtcollege op dat ‘van een positieve kasstroom geen sprake is, omdat de vennootschap niet of nauwelijks inkomsten heeft’. De continuïteitsveronderstelling is volgens de uitspraak daarom niet correct onderbouwd. De tuchtrechters vinden dan ook dat de AA ‘ten onrechte een samenstellingsverklaring bij de jaarrekening heeft verstrekt. Daarmee heeft hij het fundamentele beginsel van vakbekwaamheid en zorgvuldigheid geschonden’.

Wat betreft het memo van 30 januari 2020 vinden de tuchtrechters dat de accountant beter had moeten doorvragen waarom de client hem vroeg dit te schrijven. Ook had hij in het memo zelf in plaats van in de toelichting moeten vermelden dat dit louter was bedoeld als geheugensteuntje. 
Verder heeft de accountant volgens de uitspraak ‘onvoldoende onderzoek gedaan om de in het memo geformuleerde, stellige conclusies te kunnen trekken, waardoor een deugdelijke grondslag ontbreekt.’

Gerelateerde artikelen