Waarschuwing tuchtrechter voor directeur Audit Dienst Rijk

De directeur van de Audit Dienst Rijk (ADR) had een klager de naam van de opsteller van rapport verstrekte subsidies vanwege de pandemie moeten geven. Omdat hij dat niet deed, legt de Accountantskamer hem een waarschuwing op.

Door Michiel Satink

Zaaknr. 22/2138

Over deze zaak: Accountant naar tuchtrechter omdat auditrapport coronasubsidies niet is ingetrokken

De ADR kwam in april 2022 met een rapport waarin 25 accountantsverklaringen onder de loep genomen werden. Die verklaringen hoorden bij grotere aanvragen NOW, wat staat voor Noodmaatregel ter Overbrugging van Werkgelegenheid. Indien om 125.000 euro of meer aan coronasubsidie werd gevraagd, was een accountantsverklaring vereist. 

Bij de verstrekking van miljarden aan coronasteun werd die bepaling opgenomen om misbruik en oneigenlijk gebruik van overheidsgeld te voorkomen. In een protocol zijn de werkzaamheden omschreven die de bewuste accountant moet verrichten voordat een dergelijke accountantsverklaring kan worden afgegeven. Acht van de 25 verklaringen kregen een ontoereikend oordeel.

De klager was zijdelings betrokken bij een van die als ontoereikend beoordeelde verklaringen. Het enige klachtonderdeel dat de Accountantskamer gegrond verklaarde was het feit dat hij vroeg om de naam van de opsteller van het rapport, maar deze niet kreeg. De klager vroeg de directeur op 5 oktober 2022 om de naam van de accountant die het rapport had opgesteld. “Ik zal hem/haar vragen het rapport in te trekken. Mocht hij/zij daartoe niet bereid zijn, dan overweeg ik tegen de betrokken accountant een klacht in te dienen bij de accountantskamer, omdat ik van mening ben dat het betreffende rapport in strijd is met de wet- en regelgeving'', mailde de klager.

De directeur liet weten dat hij op grond van de Woo (Wet open overheid) de naam van de bewuste accountant niet mocht verstrekken. Hij kwam tot die conclusie ook na het inwinnen van advies bij de directie Juridische Zaken van het ministerie van Financiën. Op de zitting zei de directeur dat de ADR vaker benaderd wordt om namen van accountants. “We zijn terughoudend omdat mensen dan thuis of bijvoorbeeld via LinkedIn benaderd worden. En vaak niet al te vriendelijk.'' 

Ook meende hij dat hij net zo goed de vragen van de klager kon beantwoorden. Hij wist niet dat de klager bij een van de onderzochte dossiers betrokken was. Pas toen hem duidelijk werd dat de klager zijn voornemen om een tuchtklacht in te dienen niet had gebruikt als voorwendsel op de accountant persoonlijk te benaderen, kwam hij tot een andere afweging. In het verweerschrift werd alsnog de naam prijs gegeven.

Belemmering tuchtrecht
Om de toegang tot de tuchtrechter niet te belemmeren moet naar het oordeel van de Accountantskamer de naam van de ondertekenend accountant alsnog worden verstrekt als daarom wordt gevraagd in verband met het indienen van een tuchtklacht. Anders is het immers voor een eventuele klager onmogelijk om een tuchtklacht in te dienen tegen de desbetreffende accountant. De klager liet in zijn mail van 5 oktober 2022 duidelijk weten dat hij voornemens was een tuchtklacht in te dienen tegen de opsteller van het rapport. Op dat moment had de directeur ook de naam van de accountant bekend moeten maken. Door dat te weigeren, heeft hij de toegang tot het tuchtrecht belemmerd, aldus de Accountantskamer.

De overige klachtonderdelen zijn ongegrond verklaard omdat de directeur niet inhoudelijk bij het opstellen van het rapport betrokken was. Om die reden kan hij niet tuchtrechtelijk veroordeeld worden. Maar de tuchtrechter oordeelde wel dat de ADR bij het rapport de verkeerde standaard had gebruikt. De Accountantskamer is het met de klager eens dat het rapport niet kan worden beschouwd als een rapport van feitelijke bevindingen, zoals bedoeld in Standaard 4400N. Bij een dergelijk rapport komt de accountant met feitelijke bevindingen die volgen uit met de gebruiker specifiek overeengekomen werkzaamheden. Het is dan aan de gebruiker om conclusies te trekken. In de opdrachtbevestiging staat echter dat de opdrachtgever een ,,onderzoek naar de kwaliteit van de accountantsverklaringen in de gereviewde NOW-dossiers voor ogen had'', schrijft de Accountantskamer in haar oordeel.

Omdat het doel was inzicht te krijgen of de betrokken accountants hun werkzaamheden toereikend hebben uitgevoerd, kon de ADR ook niet volstaan met slechts het doornemen van 25 dossiers. “Omdat in het rapport ten aanzien van alle 25 gereviewde dossiers een “toereikend oordeel” of “ontoereikend oordeel” is gegeven, is daarmee een oordeel gegeven over het object in zijn totaliteit en is geen sprake van conclusies op onderdelen.''

Lees hier meer over tuchtrecht zaken en uitspraken.
 

Gerelateerde artikelen