‘Het moet afgelopen zijn met dit geklaag’
Zaaknummers: 20/345 en 20/346
In de eerste tuchtzaak in dit dossier in april 2018 ging de ontslagen manager – de klager dus – nog voor eerherstel. Na tumult binnen de stichting Sportbedrijf Amstelveen in 2016 werd hij uiteindelijk de laan uitgestuurd. Daarna maakten accountants volgens hem een rommeltje van de cijfers.
Een van die accountant van BDO kreeg in die eerste zaak een waarschuwing opgelegd. Nu stond de klager andermaal tegenover dezelfde accountant. De belangrijkste vraag die de Accountantskamer moet beantwoorden is of het nu andermaal over dezelfde klacht gaat. Want in beide klachten staat de voorziening groot onderhoud centraal.
De beklaagde accountant accordeerde de jaarrekening 2017. De voorziening voor groot onderhoud had volgens de klager ruim 5 miljoen euro moeten zijn. De accountant kwam uit op 2,1 miljoen euro. Dat de klacht gelijk was aan die van 2018 daarmee was de klager het oneens. Juist de Accountantskamer gaf hem de ruimte voor een nieuwe klacht omdat ze concludeerde dat het dossier onvolkomenheden bevatte. Ook klaagde hij nu over de objectiviteit van de accountant. Want hij controleerde niet alleen de jaarrekening van het sportbedrijf maar ook die van de gemeente Amstelveen. ,,Als hij als accountant van de gemeente de rechtmatigheid en doelmatigheid van de aan het Sportbedrijf verstrekte subsidie gaat controleren, komt hij zichzelf tegen.'' ,,Ik zie geen bedreiging'', reageerde de accountant. ,,Wat zou die zijn dan? Ik ga niet de informatie van het ene dossier overhevelen naar het andere.''
Het was advocaat Hannelot van Berckel-Dekker bij die deze zoveelste klacht in dit dossier in het verkeerde keelgat schot. ,,Rehabilitatie van het sportbedrijf zal klager hiermee niet bereiken. Het moet afgelopen zijn met het geklaag. Dit kost gemeenschapsgeld.'' Volgens haar geeft het vastzetten van zo'n fors vermogen in de voorziening juist geen getrouw beeld. Bovendien stond de voorziening ook al in de eerste tuchtklacht centraal.
's Middags diende de vijfde en laatste tuchtklacht van de klager, nu tegen de accountant die de jaarrekening van 2018 accordeerde. Zij had de fout moeten zien van haar voorganger, aldus klager. In 2018 was er een tekort op de door hem berekende voorziening van 2,9 miljoen euro. ,,Dus geeft de jaarrekening geen getrouw beeld'', meende hij. Bovendien 'schreeuwt deze post om een uitgebreide toelichting', maar dat ontbrak nu juist. Ook dat is de accountant aan te rekenen. Ook het resultaat van het sportbedrijf klopte niet. Die was niet 7 ton positief, zoals uit de jaarrekening blijkt, maar 4 ton negatief. In het jaarverslag staat juist dat een groot deel van de kosten incidenteel waren. Hier blijkt het verschil tussen het werkelijke en het genormaliseerde resultaat, legde de accountant uit.
Advocaat Ellen Soerjatin noemde de exercitie van klager een ‘fishing expedition'. ,,Het lijkt er op dat de klager vragen die hij heeft in de vorm van een klacht aan uw kamer voorlegt. Maar dat is nog geen onderbouwing van tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen.'' Bovendien vond ze het lastig te begrijpen wat de klager nu beoogt met al deze procedures. Het is aan de klager om feiten aannemelijk te maken ter onderbouwing van de klacht. Dat is ter bescherming van de verweerder want die moet weten waartegen hij of zij zich moet verdedigen. ,,Voldoe je daar niet aan, dan sneuvelt de klacht. Zoals in deze zaak.''
Volgen er meer klachten? ,,Nu is het wel klaar. Je moet toch een keer stoppen'', zei de klager desgevraagd na afloop van de middagzitting vrijdag op de gang van de rechtbank in Zwolle.
De uitspraak: Vermoedelijk laatste klachten in 'dossier Sportbedrijf' zijn ongegrond