‘Urennormen praktijkopleiding in buitenland veel hoger’

In de ons omringende landen zijn veel hogere urennormen gesteld voor de praktijkopleiding die kwalificeert voor de wettelijke controle. Dit meldt de Commissie Eindtermen Accountantsopleiding (CEA) in een persbericht naar aanleiding van de uitspraak van het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) die zich onthoudt van een inhoudelijk oordeel over de bezwaren van SRA over de verzwaarde exameneisen voor de accountantsopleidingen.

SRA vreest dat alleen grotere accountantskantoren kunnen voldoen aan het hogere aantal aan Assurance te besteden uren en dat trainees de oriëntatie Accountancy-MKB niet meer kunnen doen bij de kantoren, die hun dienstverlening richten op het MKB.

Hogere urennormen

CEA zegt in een reactie onder meer: “Bij het formuleren van de nieuwe eindtermen heeft CEA uitgebreid onderzoek gedaan naar de eisen die in andere landen aan de accountantsopleiding worden gesteld. Daaruit blijkt o.m. dat in de ons omringende landen veel hogere urennormen zijn gesteld voor de praktijkopleiding die kwalificeert voor de wettelijke controle, te weten 1.920 uur in het Verenigd Koninkrijk (chartered accountant, ICAEW), 2.120 uur in Duitsland (Wirtschaftsprüfer) en 3.000 uur in België (bedrijfsrevisor) in drie jaar tijd.”

‘Geen vooropgezet doel’

CEA weerspreekt verder met klem dat het met de nieuwe eindtermen het vooropgezette doel zou hebben gehad om te zorgen dat MKB-accountantskantoren geen jaarrekeningcontroles meer zouden kunnen uitvoeren. CEA: “De herziene eindtermen hebben slechts één doel: zorgen voor een kwalitatief goede accountantsopleiding (nu en in de toekomst) die ertoe leidt dat toekomstige accountants voldoen aan de hogere eisen die tegenwoordig aan hen worden gesteld. Dat is ook het enige doel dat door de wetgever aan CEA is opgedragen. “

CEA merkt daarbij overigens op dat zij niet tot taak heeft te garanderen dat de praktijkopleiding bij elke accountantsorganisatie gevolgd kan worden: “CEA moet slechts vaststellen aan welke eindtermen een goede praktijkopleiding moet voldoen. Overigens zijn accountantskantoren (ook) niet verplicht zelf een praktijkopleiding aan te bieden. Ook bij de oude eindtermen bestonden er kantoren die geen praktijkopleiding konden (of wilden) aanbieden die aan de eindtermen voldeed.”

Daarbij wijst CEA er op dat accountantsorganisaties, zoals reeds gebeurt als gevolg van de toegenomen beroepsvereisten, ook kunnen kiezen voor samenwerking of concentratie van bepaalde werkzaamheden indien zij toch over het vereiste aantal praktijkuren willen kunnen beschikken om de praktijkopleiding Assurance aan te bieden. Ook buitenstages, het tijdelijk ‘detacheren’ van een trainee bij een ander accountantskantoor, behoren tot de mogelijkheden.

Lees ook:

Gerelateerde artikelen