Uitgeverijactiviteiten vormen niet langer bron van inkomen

Gerechtshof Den Haag geoordeeld dat uitgeverijactiviteiten van een auteur niet langer een bron van inkomen van vormen. Het negatieve resultaat uit deze werkzaamheden kan daarom niet in aanmerking worden genomen.

Een auteur (X) heeft in mei 2006 een uitgeverij opgericht. De uitgeverij heeft een aantal boeken uitgebracht. Hiermee is vanaf 2006 tot en met 2014 nooit een positief resultaat behaald.

Na een in 2009 gehouden boekenonderzoek merkt de Inspecteur de uitgeversactiviteiten met ingang van 1 januari 2010 niet langer als een bron van inkomen aan. Bij de vaststelling van de aanslag IB/PVV 2010 is niettemin het resultaat uit 2010 als verlies geaccepteerd, echter onder de uitdrukkelijke mededeling dat de activiteiten met ingang van 2012 niet langer als bron van inkomen worden beschouwd.

In de onderhavige procedure over de aanslag IB/PVV 2012 bepleit X tevergeefs dat met betrekking tot zijn uitgeverijactiviteiten sprake is van een bron van inkomen. Hij maakt niet aannemelijk dat in de toekomst uit de activiteiten een positieve opbrengst is te verwachten. Meer in het bijzonder maakt X niet aannemelijk dat met het verschijnen van het laatste deel van een serie die de uitgeverij uitgeeft (naar verwachting in 2017), wel aanzienlijke inkomsten gegenereerd zullen worden. Het door X aangevoerde maatschappelijke en literaire belang van de activiteiten van de uitgeverij is bij de beoordeling van de zogenoemde bronvraag niet relevant.

Er is in 2012 geen sprake van een objectieve voordeelsverwachting, concluderen Rechtbank Den Haag en in hoger beroep Hof Den Haag. X kan het negatieve resultaat uit de werkzaamheden niet in aanmerking nemen.

(Bron: Fiscanet

Gerelateerde artikelen