Twee jaar cel voor opzettelijk doen van onjuiste aangiften omzetbelasting

Rechtbank Amsterdam heeft een rijschoolhouder veroordeeld tot twee jaar gevangenisstraf vanwege het opzettelijk doen van onjuiste aangiften omzetbelasting. De rechtbank merkte als strafverzwarend aan dat de verdachte via verschillende media anderen opriep om geen belasting te betalen en probeertde anderen aan te zetten tot het plegen van dezelfde soort strafbare feiten.

De rijschoolhouder heeft in het kader van zijn eenmanszaak en als feitelijk leidinggever van een vennootschap gedurende een aantal jaren opzettelijk onjuiste aangiften omzetbelasting gedaan. Hij heeft daartoe op inventieve wijze telkens een groot deel van zijn omzet buiten het zicht van de Belastingdienst gehouden. Door het niet verantwoorden van de omzet die wel was gegenereerd is er een omzetbelasting-nadeel van in totaal € 371.299 ontstaan.

Kennelijk om dit te verhullen heeft hij geen deugdelijke administratie gevoerd, ten gevolge waarvan tevens een inkomstenbelasting-nadeel is ontstaan, dat door de Belastingdienst op een bedrag van € 868.869 is begroot.

Door aldus te handelen heeft verdachte de verantwoordelijkheden die de wet aan een ondernemer stelt, niet serieus genomen en de integriteit van het financiële en economische verkeer en het vertrouwen dat in hem mocht en moest worden gesteld, in de kern geschonden. “Voorts heeft hij het door de Belastingdienst gehanteerde systeem, dat erop berust dat steeds op de juistheid van de gedane belastingaangiften en onderliggende administratie moet kunnen vertrouwd, ondergraven. Hierdoor is de overheid, en daarmee de gehele samenleving, benadeeld en de algemene belastingmoraal ernstig ondermijnd,” aldus de rechtbank. “Verdachte heeft zich van bovenstaande kennelijk geen enkele rekenschap gegeven. Ook heeft hij geen enkel berouw getoond. Integendeel, verdachte roept via verschillende media anderen op om geen belasting te betalen. Gelet hierop moet er naar het oordeel van de rechtbank ernstig rekening mee worden gehouden dat verdachte, als hij de kans krijgt, weer dit soort strafbare feiten zal plegen. Bovendien probeert hij anderen aan te zetten tot het plegen van dezelfde soort strafbare feiten, hetgeen een ontwrichtende werking heeft voor de samenleving. Deze houding van verdachte wordt uitdrukkelijk als strafverzwarend aangemerkt.”

Gerelateerde artikelen