Tuchtzaak: Accountant investeerde in bedrijf, maar bleef aan als accountant

Hoe objectief is de accountant die in het bedrijf van een klant tonnen investeerde? Toen de onderneming op omvallen stond, bleek hoe kwetsbaar die positie was, aldus de klager bij de Accountantskamer.

Door Michiel Satink

Zaaknr. 22/726

De klager heeft zich vanuit een uitkering opgewerkt tot ondernemer in diverse grote BV's in het westen van het land. Toen hij op zoek was naar investeerders en dit met zijn accountant besprak, gaf die na verloop van tijd zelf aan ook wel te willen investeren. Terwijl de accountant zo voor enkele tonnen mede-aandeelhouder werd van de zaak van zijn klant, bleef hij ook als accountant werkzaam voor hem. Zijn kantoor deed de 'totale verzorging van de administratie'. “Hij had zich moeten terugtrekken gezien de grote invloed die hij uitoefende op het beleid van de groepsmaatschappij'', zei advocaat René van de Klift in een volle rechtszaal in Zwolle namens de klager. De kern van de klacht is namelijk dat de accountant een ernstige bedreiging van zijn objectiviteit niet onderkend heeft.

Wat deed de accountant om die bedreiging weg te nemen? Hij zou de partijen geïnformeerd hebben. Als bewijs is een schermprint van het samensteldossier uit 2018 verstrekt aan de Accountantskamer. “Maar dat maakt niet dat hij de jaren ervoor ook al die bedreiging heeft onderkend'', aldus Van de Klift. “En hij miskent dat het informeren van partijen niet kan worden aangemerkt als een passende maatregel om de bedreiging voor de objectiviteit tot een aanvaardbaar niveau terug te brengen.'' Laat staan dat het schriftelijk is vastgelegd, voegde de advocaat toe.

En dan was er nog een uiterst dubieuze boeking terwijl het faillissement van het bouwbedrijf – onderdeel van de holding – al was aangevraagd. Volgens de klager maakte hij vanuit zijn stichting 12.000 euro over aan het bouwbedrijf om de lonen van twee timmerlieden te kunnen uitbetalen. De accountant verzon volgens de klager dat hier een factuur tegenover moest staan: het werd 'de overdracht van inventaris' van het bouwbedrijf aan de stichting. In de mail in het najaar stelde de accountant ook dat de factuurdatum in juli moest liggen, dus maanden voor de aanvraag van het faillissement. Het laatste klachtonderdeel draait om het niet afdragen van pensioenpremies en loonbelasting. De klager kwam kennelijk pas achter die betalingsachterstanden toen een deurwaarder bij hem voor de deur stond. Waarom had zijn accountant hier niet voor gewaarschuwd?

Wraak
Uit een grabbelton van feiten wordt niet duidelijk wat nou inhoudelijk de accountant verweten wordt, zei Maarten-Joost Swenker in zijn verweer. En hij bracht ook meteen een motief naar voren waarom de klager naar de Accountantskamer stapte: dat was niet omdat het werk van de accountant hem niet beviel. Na het faillissement van het bouwbedrijf nam de ondernemer weer contact op en vroeg of de accountant een nieuw project wilde financieren. “Dit heeft alles te maken met een ondernemer die teleurgesteld is omdat de accountant niet opnieuw wilde investeren. Het is toch raar dat je klachten hebt, je het niet eens bent met zijn werkwijze maar toch vraagt of hij opnieuw wil participeren? Hij is uit op wraak'', zei Swenker hierover.

De accountant had wel degelijk de bedreigingen voor zijn objectiviteit onderkend. “Hij nam passende maatregelen zoals het informeren van betrokkenen over zijn rol.'' In zijn samensteldossier is te zien dat hij continu evalueerde of er bedreigingen zijn. Ook maakte de klager de rol van de accountant binnen zijn bedrijf te groot. “Dat de klager zijn adviezen overnam wil niet zeggen dat de accountant een grote invloed op diens beleid had.'' En wist de ondernemer niet dat er betalingsachterstanden waren bij de Belastingdienst en het pensioenfonds? “Dan is dat onbehoorlijk bestuur.''

Antedateren
De mail waarin de accountant adviseerde over een factuur voor de inventaris van het bouwbedrijf riep bij de Accountantskamer veel vragen op. “In september schrijft u dat de factuur in juli gedateerd moet worden. Dat is toch antedateren?'' vroeg de voorzitter. “Ja'', reageerde de accountant terughoudend. “Kan dat?'' Het bleef even stil. “Nou nee”, reageerde de accountant. Of er daadwerkelijk activa van het bouwbedrijf naar de stichting zijn overgedragen daar had de accountant geen zicht op, zei hij. Ook de bedreiging voor zijn objectiviteit riep vragen op. Als aandeelhouder en geldschieter had hij een redelijk groot belang in dit concern. “Stel dat er een ongebruikelijke transactie plaatsvindt? Dan moet u melding doen maar dat kan gedoe opleveren waar u als geldschieter niet op zit te wachten'', schetste de voorzitter een situatie die bedreigend kan zijn. “Die bedreiging heeft zich niet voorgedaan'', reageerde de accountant.

De uitspraak: Accountant verzon factuur en wordt voor een maand doorgehaald
 

Gerelateerde artikelen