Tuchtrecht: Tuchtrechter heeft tuchtrechters en CBb niet misleid
Zaaknr. 24/2183
De Accountantskamer heeft ook de nieuwe klacht van een accountant in business (AIB) tegen een voormalig directeur vaktechniek van Alfa Accountants, tevens lid van dit tuchtcollege, ongegrond verklaard. De klacht had betrekking op de opstelling van deze RA in de eerdere procedures bij de Accountantskamer en bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb). Hij zou daar op ongeoorloofde wijze verweer hebben gevoerd tegen de eerste klacht van de AIB.
Centraal in deze zaken stond de overname van Intratuin Rhoon door de eigenaar van drie andere Intratuin-vestigingen. De koper bracht eind 2016 een bod uit op deze vestiging. Dat was voor de verkopende partij niet acceptabel. Vervolgens kwam de verkoper met een tegenbod van 7,65 miljoen euro. Dat vond de koper ontoereikend.
De koper liet zich bij deze onderhandelingen adviseren door een beëdigd Register Valuator van Alfa Accountants. Volgens klager heeft deze daarbij flinke steken laten vallen. Uiteindelijk ging de verkoop door, maar zijn werkgever had 4,5 ton euro kunnen besparen als de overnamebegeleider beter had opgelet, aldus de AIB. [Artikel gaat verder na de volgende alinea]
De RV zag volgens klager onder meer een rekenfout in de liquide middelen over het hoofd. Ook zou hij het begrip winst verkeerd hebben geïnterpreteerd en met de adviseur van verkoper in de LOI afspraken hebben gemaakt over de afschrijvingen en de aflossing 2017 zonder deze te begrijpen.
Klager diende daarom een klacht in bij Alfa. Die werd behandeld door de directeur vaktechniek. Zijn reactie was volgens klager misleidend. Hij zou onder meer de toelichting op de LOI buiten zijn onderzoek hebben gehouden en de vraagprijs hebben ‘misvormd’ – 8 miljoen euro in plaats van 7,65 miljoen euro. Dit alles om te doen geloven dat de koper juist en volledig door de RV zou zijn geïnformeerd.
Klager stapte daarop naar de Raad van Tucht van het Nederlands instituut voor Register Valuators. Die legde een waarschuwing op, maar deze uitspraak werd in beroep vernietigd.
Ook de directeur vaktechniek kreeg vervolgens een tuchtklacht aan de broek. De Accountantskamer vond die klacht deels niet-ontvankelijk en deels ongegrond https://accountantweek.nl/artikel/klacht-tegen-lid-accountantskamer-afgewezen/. Het CBb kwam eind vorig jaar tot eenzelfde oordeel https://www.recht.nl/rechtspraak/uitspraak?ecli=ECLI:NL:CBB:2023:703 .
Klacht
Volgens klager heeft de RA tijdens deze zittingen de leden van beide gremia bewust misleid. Hij betichtte hem onder meer van ‘draaien over een door hem uitgevoerd onderzoek’, het ‘ bagatelliseren van een rekenfout’, ‘misleiding over de liquiditeitsbepaling en het ‘zaaien van verwarring over het winstbegrip’. Klager eind juni tijdens de behandeling van deze nieuwe klacht: “Ik vind het not done wat hij – de RA, red. – heeft gedaan. Hij heeft niet eerlijk en niet oprecht gehandeld. Hij heeft nota bene de vraagprijs zelf verzonnen. Daar ben ik zeven jaar na dato nog boos over.”
Verweer
Volgens de RA en Joost Vetter, diens advocaat, zat klager ernaast. Misleiding van de Accountantskamer en het CBb was volgens Vetter niet aan de orde. “Ieder begin van bewijs ontbreekt.”Het tuchtcollege geeft de advocaat daarin gelijk: ‘In een klachtprocedure mogen partijen stellingen innemen en daarbij feiten en omstandigheden afzwakken of juist versterken. (…) ‘Dat betrokkene, zoals klager heeft aangevoerd, de aflossingsbepaling, de liquiditeitsbepaling, de liquide middelen, een volgens klaagster gemaakte rekenfout, de toelichting op de LOI en de periode voorafgaand aan het eindbod als niet of minder belangrijk heeft voorgesteld (…) kan dan ook niet worden aangemerkt als het (opzettelijk of met aanmerkelijke schuld) onjuist voorlichten van de Accountantskamer en het CBb’.