Restauranteigenaar hekelt gebrekkig advies accountantskantoor
Zaaknr. 19/213
De beklaagde accountant voelt zich niet verantwoordelijk voor dit dossier. “Dit is een juridische kwestie. Ik kan dus niet vaktechnisch verantwoordelijk gehouden worden'', reageerde de beklaagde vrijdag in de Accountantskamer.
Een horecaondernemer was in 2017 aan een nieuwe uitdaging toe. Hij vroeg het accountantskantoor dat zijn jaarrekeningen samenstelde om advies bij de verkoop van zijn restaurant in het Limburgse Plasmolen. Het restaurant zat in een gehuurd pand. Hij kreeg daarom het advies ten eerste de huur op te zeggen. Nadat hij dat gedaan had, ontstond er een groot probleem. Want hij wilde graag de inventaris verkopen. De horecamakelaar die hij in de arm had genomen, vertelde hem dat hij juist niet de huur op had moeten zeggen. Hij had moeten vragen om een indeplaatsstelling waarbij zijn opvolger het huurcontract en ook de inventaris over kan nemen. Waarom heeft hij dat advies nooit gehad van het accountantskantoor, vroeg hij zich af. Gesprekken hierover op het kantoor verschaften geen duidelijkheid. De horecaondernemer besloot het kantoor daarom verantwoordelijk te stellen voor de geleden schade. “Op die aansprakelijkheidsstelling heb ik tot op de dag van vandaag geen reactie mogen vangen. Of ze steken de kop in het zand of hun verzekeraar heeft ze het zwijgen opgelegd.''
Volgens de beklaagde accountant vroeg de ondernemer aan een van zijn mensen, een jurist, om advies bij het opzeggen van de huur. Uit het dossier blijkt overduidelijk dat de accountant niet bij dat advies betrokken was. Hij is niet vaktechnisch verantwoordelijk te houden, maar deze juridische kwestie valt bovendien buiten de verantwoordelijkheid van een accountant, reageerde hij. De beklaagde had het idee dat het de ondernemer om iets heel anders te doen is. Zo werd lopende de gesprekken over hoe het precies gegaan is de invordering van nog openstaande facturen op een laag pitje gezet. Toen elke reactie uitbleef, is de invordering in 2018 weer opgestart. “De klacht is een drukmiddel voor genoegdoening van vermeende aansprakelijkheid of om onder de betaling van die facturen uit te komen.''
De voorzitter van de Accountantskamer probeerde erachter te komen waarom het kantoor niets meldde over de indeplaatsstelling. “Ik ben niet bij die gesprekken geweest'', herhaalde de accountant. “De vraag was gesteld: hoe kom ik van mijn huurovereenkomst af. Daar lag de nadruk op. Die vraag is aan een jurist voorgelegd en die heeft uitgelegd per welke datum dat kon.''
Dat er niet om gevraagd was, wilde niet zeggen dat het kantoor zich daarom moest beperken tot alleen een advies over het opzeggen van de huur. Soms moet je uit zorgplicht meer melden, probeerde de voorzitter. “Dit kantoor heeft eigen juristen in dienst. Daarom ben ik met ze in zee gegaan'', zei de ondernemer hierover. Het accountantskantoor begeleid vaker bedrijven bij een bedrijfsbeëindiging of -overname. “Ik geloof niet dat ik graag bij uw kantoor een zaak zou onderbrengen als u alleen ingaat op wat gevraagd is'', zei de voorzitter. De beklaagde accountant benadrukte dat als er iemand verantwoordelijk is, je wel moet kijken wat er dan vaktechnisch wel of niet goed is gegaan.
Uitspraak over circa 15 weken.
Auteur: Michiel Satink / Juridisch Persbureau Zwolle
Lees ook: Rapport accountant 'belandt in verkeerde procedure'