Klacht tegen NBA-bestuurder ongegrond

De Accountantskamer heeft een klacht van een RA tegen een bestuurder van de NBA, zelf AA, op alle onderdelen ongegrond verklaard. De registeraccountant beschuldigde de vrouw van wanbeleid. Zij zou de beroepsorganisatie en het beroep daarmee ‘ernstig in diskrediet’ hebben gebracht.

Door Jan Smit

Zaaknummer 22/1752

Wij schreven eerder over deze zaak: RA beticht bestuurslid van steunen 'wanbestuur' NBA

Alexander Vissers, de klager in kwestie, had een waslijst met volgens hem kwestieuze gedragingen van het NBA-bestuur. Te beginnen met het ‘te laat opstellen van de jaarrekening 2021’ en deze, zoals voorgeschreven in de Wab, ‘binnen dertien weken na afloop van het boekjaar te laten controleren door een accountant’.

Het bestuur heeft die jaarrekening pas na 23 mei 2022 opgesteld, betoogde Vissers in maart tijdens de zitting. “Dat is ieder bestuurslid dus ook betrokkene aan te rekenen. Na zo’n blunder, voor een bestuurslid van de NBA onvergeeflijk, stap je op als bestuurslid en ga je verder met je leven. Zo niet het bestuur van de NBA.”

De bestuurder, zelf AA, zou op de hoogte zijn van geweest van dit ‘wanbeleid’, maar daar niets tegen hebben gedaan.

In een reactie zou het bestuur van de NBA hebben ontkend dat het de jaarrekening bijna twee maanden te laat had opgesteld. Met het in de wet genoemde ‘verslag van de accountant’ zou volgens het bestuur mogelijk de managementletter worden bedoeld. 

De Accountantskamer gaat daarin mee. Volgens de uitspraak is er in artikel 29 Wab betekenisverschil tussen de begrippen verslag en verklaring en hoeft de jaarrekening niet binnen dertien weken na afloop van het boekjaar te zijn opgesteld, maar binnen zes maanden erna. De jaarrekening is uiteindelijk vastgesteld op 23 mei 2022. Oftewel binnen zes maanden na het einde van het boekjaar 2021. De tuchtrechters: ‘Dit betekent dat het verwijt dat de jaarrekening te laat is opgesteld niet slaagt.’

Verder verweet de RA het bestuur van de NBA onder meer verscheidene besluiten onbevoegd te hebben genomen. Zo had het bestuur volgens Vissers vanaf 2014 geen mandaat om accountants in te schrijven in het accountantsregister. Ook zou het bestuur ten onrechte klachten hebben ingediend tegen accountants die het verplichte PE-onderwerp fraude niet hadden gevolgd en accountantskantoren onbevoegd regels hebben opgelegd voor het in stand houden van een kwaliteitssysteem. 

Wat betreft de mandatering meent het tuchtcollege dat ‘alle beslissingen van de directie tot uitgifte van verklaringen van vakbekwaamheid met ingang van het van kracht worden van het besluit mandaat en machtiging bestuur NBA in 2022 met terugwerkende kracht tot 1 januari 2020 rechtsgeldig zijn genomen’.

Ook de stelling dat accountants in business niet het beroep van accountant uitoefenen en de NBA dus geen tuchtklacht tegen hen kan indienen omdat zij het verplichte PE-onderwerp fraude niet hebben gevolgd blijft niet overeind. Volgens de Accountantskamer  zijn de Nadere voorschriften permanente educatie 2019 (NVPE) ook van toepassing op accountants in business.
 

Gerelateerde artikelen