Eigenaar VOF vangt bot met klacht tegen forensisch accountant

De Accountantskamer heeft de klacht van een eigenaar van een VOF tegen een forensisch accountant, tevens RA, op alle fronten afgewezen. Vier van de vijf onderdelen zijn volgens de tuchtrechters ongegrond, de vijfde is niet ontvankelijk.

Door Jan Smit

Zaaknr. 21/1045

Wij schreven eerder over deze zaak: 'Hij had toch gewoon kunnen vragen: is die Audi van jou?'

De klacht was afkomstig van de dga van een van de twee BV’s die eigenaar zijn van deze VOF. Twee compagnons van klager zijn eigenaar van de andere BV.

De VOF waar het om draait is Easysource, een bedrijf dat zich richt op de inkoop voor zorgorganisaties. In 2020 ontdekte klager dat zijn zakenpartners voor 4,2 miljoen euro aan de onderneming zouden hebben onttrokken. Hij spande daarop een rechtszaak aan tegen deze ‘fraudeurs’. Die diende op 15 september 2020. Uitkomst van de zitting was dat beide partijen een forensisch accountant zouden inschakelen voor een bindend advies.

De keuze viel op de RA. Hij zou op 15 november 2020 zijn eerste conceptrapport klaar hebben. Dat werd 23 december. Vreemd, aldus klager tijdens de behandeling van de zaak eind januari. “Ik heb hem vier usb-sticks aangeleverd. Met alle foutieve transacties, gecategoriseerd nota bene. Verkeerde belastingbetalingen, te hoge managementteams, privé-uitgaven die op de zaak zijn gezet, omgeleide omzet… Dat is voor een forensisch accountant een eenvoudige klus.”
 
Over de inhoud van dit conceptrapport was klager nog minder te spreken. “Ik heb toen direct gezegd: dit zit vol fouten en het is onleesbaar. Terwijl de opdracht toch zo duidelijk was: maak een stakingsbalans; wie moet wat aan wie betalen.”

Punten waarover het rapport geen duidelijkheid verschafte betroffen onder meer de 1,6 miljoen omzet die volgens klager is omgeleid naar andere ondernemingen van zijn partners. Ze deden dat volgens hem door facturen te verzenden op briefpapier van Easysource waarop alleen het bankrekeningnummer zou zijn veranderd. Ook waren volgens klager diverse privé-uitgaven op de zaak geboekt. “Dan heb ik het over facturen van bijvoorbeeld Schaap & Citroen, BMW en voor beveiligingsapparatuur die duidelijk niet voor Easysource was bestemd.”

Klager zette zijn bezwaren op schrift en stuurde die 5 januari 2021 naar de RA. Op 1 februari lichtte hij die in een Teams-meeting mondeling toe. De RA had volgens klager weinig met de door hem verschafte informatie over de dubieuze transacties gedaan en zich vooral gebaseerd op de jaarrekeningen. Die zijn volgens hem echter opgesteld door een ‘zeer dubieus administratiekantoor’ en bieden een verkeerd beeld van de werkelijkheid.

In maart volgde een tweede conceptrapport. Dit bevatte volgens klager nog steeds dezelfde fouten. Voor hem ‘ten einde raad’ zelf maar een andere accountant in te schakelen. “Die op basis van de door mij aangeleverde gegevens in nog geen tien dagen vier jaarrekeningen geherstructureerd. Daaruit alleen al bleek dat de heren nog 3,1 miljoen euro moeten betalen.”

Kosten van deze accountant: 10.000 euro. Opmerkelijk laag, vond klager. Temeer omdat de kosten van de forensisch accountant volgens hem de pan uitrezen – een van de vijf onderdelen van zijn klacht. “Het begon met 15.000 euro. Na het eerste tussenrapport werd het 32.000 euro, uiteindelijk 64.000 euro. Ik heb toen gezegd: 32.000 euro is the limit.”

Een stakingsbalans maken? Dat was niet de opdracht die haar client september 2020 had gekregen van de twee strijdende partijen, aldus Karen Harmsen, advocaat van de RA. “De opdracht was duidelijk: onderzoek alle financiën van de VOF Easysource. Zo staat het ook op papier.” 

De tuchtrechters geven de RA en zijn advocaat gelijk. In de opdracht, waarmee alle betrokken partijen hebben ingestemd, wordt geen melding gemaakt van het opstellen van een stakings- of slotbalans. Het feit dat betrokkene een dergelijke balans niet heeft opgemaakt, valt hem dan ook niet te verwijten.

De reeks fouten die klager de accountant aanwreef zijn volgens de uitspraak deels onbegrijpelijk, deels slecht onderbouwd en deels tijdig hersteld.

Het laatste klachtonderdeel had betrekking op de hoogte van de declaraties. Geschillen over declaraties horen volgens de tuchtrechters niet thuis bij de Accountantskamer, maar bij de burgerlijke rechter of de raad voor geschillen. Tenzij een accountant bijvoorbeeld bewust onjuist of misleidend declareert. Omdat dit in deze zaak niet aan de orde is, verklaarde het college dit klachtonderdeel niet-ontvankelijk. 
 

Gerelateerde artikelen