Ruim een derde woningcorporaties nam marktwaarde in jaarrekening 2014 op
Met ingang van 1 juli 2015 is de herziene Woningwet in werking getreden. Daarmee is ook het waarderingshandboek van kracht. Hiermee is het voor alle woningcorporaties in Nederland met ingang van verslagjaar 2016 verplicht om het vastgoed in de jaarrekening te verantwoorden op basis van marktwaarde in verhuurde staat, conform de richtlijnen in het waarderingshandboek. Om hieraan te voldoen, zal het merendeel van de corporaties de huidige waarderingsgrondslag nog gaan herzien. In de jaarverslagen van 2014 hanteerde 16 procent van de corporaties historische kostprijs en 50 procent bedrijfswaarde, naast de marktwaarde in verhuurde staat.
Uit nadere analyse van de jaarrekeningen van 2014 blijkt dat het eigen vermogen van een corporatie gemiddeld toeneemt met 334 procent als gevolg van het wijzigen van de waarderingsgrondslag. Het Centraal Fonds Volkshuisvesting heeft een schatting gemaakt van het eigen vermogen van de sector in 2014: op basis van bedrijfswaarde bedraagt dit 45,3 miljard euro en op basis van marktwaarde 139,1 miljard euro (+307%). Dit kan de indruk wekken dat corporaties plots rijker zijn geworden. Echter, een andere methode van waarderen verandert niet hoe arm of rijk een corporatie is. Het gekozen beleid van een corporatie bepaalt uiteindelijk welke kasstromen men met de vastgoedportefeuille genereert.
‘De overgang naar marktwaarde over het boekjaar 2016 zal nog de nodige tijd en aandacht vragen van corporaties’, stelt Walter Wind, senior accountmanager bij Reasult. ‘Het op orde brengen van brongegevens van het vastgoed is hier van groot belang. Onze ervaring is dat de kwaliteit van benodigde gegevens bij veel corporaties een belangrijk aandachtspunt is. Om tijdig tot een goede waardering te komen, adviseren wij daarom zo snel mogelijk te starten met het op orde brengen van de datakwaliteit.’