RJ-Uiting 2017-8: Richtlijn Pensioenvoorziening en oudedagsverplichting dga
In deze RJ-Uiting zijn de commentaren op RJ-Uiting 2017-3 verwerkt en zijn de voorgestelde wijzigingen in de Richtlijnen voor de jaarverslaggeving ongewijzigd definitief gemaakt.
Commentaren
In een ontvangen commentaar is betoogd dat als in 2017 voor het opmaken van de jaarrekening 2016 wordt besloten om de ultimo 2016 bestaande pensioenverplichting om te zetten in een oudedagvoorziening of deze geheel af te kopen (en is voldaan aan de voorwaarden die aan de uitvoering van dit besluit zijn verbonden), voor de bepaling van de voorziening in de jaarrekening 2016 sprake is van een toekomstige gebeurtenis waarmee rekening moet worden gehouden bij de bepaling van de hoogte van de voorziening indien er voldoende objectieve aanwijzingen zijn dat die gebeurtenissen zullen plaatsvinden (RJ 252.308).
De in het commentaar genoemde bepaling in de Richtlijnen voor de jaarverslaggeving heeft echter uitsluitend betrekking op de afwikkeling van een per balansdatum bestaande verplichting. In casu is dat de contractuele verplichting om de pensioenaanspraken van de directeur-grootaandeelhouder te voldoen. Ultimo 2016 bestaat die verplichting nog onverkort. Het in 2017 afstempelen en omzetten naar een oudedagsverplichting of afkopen, betreft een gebeurtenis na balansdatum die geen nadere informatie geeft over de feitelijke situatie op balansdatum ultimo 2016. Derhalve wordt deze niet in de jaarrekening 2016 verwerkt (RJ 160.206). Het effect van afstempeling wordt verwerkt op het moment dat deze onvoorwaardelijk is overeengekomen en als gevolg daarvan feitelijk de contractvoorwaarden van de pensioenovereenkomst zijn gewijzigd.
Daarnaast is de RJ er in een commentaar op gewezen dat door gebruik te maken van de toegestane coulanceperiode nog tot uiterlijk 30 juni 2017 fiscaal gefacilieerde opbouw van pensioen in eigen beheer mogelijk is. Dit is in deze RJ-Uiting verwerkt.