Revival van de ethische professional
Haar boek ‘Artikel 5, de beroepseer van de accountant’, dat ze samen schreef met Thijs Jansen, werd een groot succes en sindsdien is Margreeth Kloppenburg ‘on tour’ geweest bij onder andere de AFM, de Algemene Rekenkamer en een groot aantal accountantskantoren en studievereningingen Accountancy. Kloppenburg, oorspronkelijk een taalkundige, raakte zo’n zeven jaar geleden betrokken bij de discussie in accountantsland: hoe moet het nu verder met de beroepsgroep? “Het fascineert me vooral omdat het een complex probleem is”, begint de gedrag en ethiek-expert. “Er zijn veel elementen en belanghebbenden die er allemaal iets van vinden. Ik ben zelf ook een bemoeial en ik ben niet eens een accountant. In de discussie probeer ik het op te nemen voor de vakman/vakvrouw die met de poten in de klei staat en goed werk wil leveren. Die liefde voor het vak blijft houden ondanks alle problemen die er zijn. Die stem van de professional leek wat te verdwijnen in al in het wapengekletter.”
De oorzaken van de problemen zijn divers. Accountants hebben het probleem voor een deel aan zichzelf te wijten. De jacht op het grote geld speelt zeker een rol. Marco van der Vegte (Deloitte), die toen het boek verscheen nog geen voorzitter was van beroepsvereniging NBA, verwijst in ‘Artikel 5’ naar de cultuur op de grote kantoren: “We waren meer corporate dan dat we een professie hadden: flink uren maken, declarabel zijn en dan is de partner weer blij.”
Deze cultuur, en een aantal in de media breed uitgemeten uitglijders, hebben geleid tot meer regelgeving en een negatief publiek imago. En accountants hebben moeite het tij te keren. Dat vond althans minister van Financiën Hoekstra die in november 2018 de komst van een onafhankelijke commissie aankondigde de kwetsbaarheden in de structuur van de accountancysector gaat onderzoeken. Kloppenburg is uitgenodigd door de commissie om haar visie op cultuur en gedrag naar voren brengen.
Dan zijn er nog de capaciteitsproblemen en de paradox dat het goed gaat met de accountancy. “Je omzet groeit, er is weinig personeel en tegelijkertijd is er grote urgentie om zaken te veranderen”, licht Kloppenburg toe. “Er vinden nu allemaal ontwikkelingen plaats, waaronder technologische, die nog niet direct consequenties hebben. Je werkt je als accountant de blubber om te doen wat nodig is om het lopende werk goed af te handelen naar de strengere kwaliteitsnormen, en dan moet je ook nog aan de slag met nieuwe technieken. Het is een tour de force.”
Kloppenburg zoekt de oplossing in de eerste plaats in bewustwording. Zowel van het belang van een revival van ethisch besef als van de noodzaak tot verandering. Dat doet zij onder andere in haar parttime rol als docent bij de accountancy-opleidingen aan Nyenrode en Hogeschool Utrecht. “Daar waar de professionals van morgen worden opgeleid, is het trainen van ethisch besef fundamenteel.” Maar ook bij de NBA, waar Kloppenburg betrokken was bij de commissie ethiek en gedrag en waar zij nu onderdeel uitmaakt van de stuurgroep Governance, staat het onderwerp prominent op de agenda. “Wanneer je je nu registreert als accountant, krijg je ons boek Artikel 5 uitgereikt. De NBA is bezig met een belangrijke hervorming waarbij alle accountants verplicht lid worden van de Faculty Ethiek. Heel goed. Het oordeelsvermogen en de morele verantwoordelijkheid van de professional krijgt zo weer de volle aandacht die het verdient.”
In haar werk in het onderwijs en als adviseur op kantoren, krijgt ze vaak de vraag hoe het onderwerp van beroepseer concreet te maken is. “Die vraag snap ik”, zegt ze, “maar het laat zich niet eenvoudig vangen. Daar moet je goed over nadenken met elkaar. Zo fundamenteel is het. Ik geef er geen gemakkelijk antwoord op, want dat hoort thuis bij de beroepsgroep. Ik stel liever behulpzame vragen. Ons boek is wel verbindend en richtinggevend. Het ligt nu eenmaal erg genuanceerd en – heel belangrijk – het is nooit af.”
De professional moet vooral zelf blijven nadenken. Met de komst van allerlei nieuwe technologieën die handelingen van de accountants overnemen, moet dat helemaal een speerpunt worden, vindt Kloppenburg. “De eindverantwoordelijkheid voor de kwaliteit van het geleverde werk hoort primair bij de professional. En hoe je dat precies inricht in combinatie met de zorgplicht van kantoren is aftasten, maar we moeten zeker niet alles bij hem/haar weghalen. Dan houd je geen mensen over die met plezier dit werk doen. Er blijft een bepaalde mate van denkkracht nodig en morele verantwoordelijkheid. Het is wel duidelijk dat professionals juist daar hun eer en trots vandaan halen. En om het goed te willen doen voor de maatschappij en de onderneming.”
Kloppenburg probeert momenteel de middelen bij elkaar te krijgen voor een digitaal leerplatform over de beroepsgeschiedenis, de beroepsethiek én de beroepseer van de accountant. “Omdat ik denk dat die drie dingen heel sterk met elkaar samenhangen”, licht ze toe. “Know your history. Weet waar je vandaan komt. Voel je onderdeel van een groter collectief dat maatschappelijke impact heeft. Niet om mee belast te worden, maar om inzicht te krijgen in hoe dingen ooit ontstaan zijn.”
Ondanks de uitdagingen blijft het een aantrekkelijk beroep, besluit de expert gedrag en ethiek “De accountancy is vooral een heel relevante wereld. En complex; dat is interessant.. Daarom ben ik er voorlopig nog niet uitgekeken al vind ik het soms ook wel intensief om goed om te gaan met zoveel rationaliteit. Het is kennelijk mijn lot, zeg ik wel eens.”