‘Retoriek helpt accountancy niet verder’

In maatschappelijke discussies worden feiten en getoetste beweringen nog steeds overschaduwd door retorica. Dat geldt ook voor discussies over hoe zaken geregeld moeten worden binnen het terrein van de accountancy. Door de dominantie van retorica, waarin anekdotes vaak als exemplarisch worden afgespiegeld voor de gehele werkelijkheid, ontstaat er een verkeerd beeld van accountancy, en dat leidt weer tot verkeerde beslissingen.

Anders dan de publieke opinie lijkt te denken, is er geen serieus kwaliteitsprobleem binnen accountancy. Natuurlijk moet er altijd gezocht worden naar manieren om acountancy nog beter te doen, maar de toetsing daarvan moet dan wel op basis van onderzoek en niet aan de hand van retoriek. Dit stelde hoogleraar Accountancy Willem Buijink op vrijdag 2 september in zijn afscheidsrede aan Tilburg University.

Onderzoek vs. Retorica

Retorica, welsprekendheid, de kunst van overtuigen, regeert nog te vaak in publieke discussies over accountancy, ondanks dat empirische wetenschapsbeoefening, gebruikmakend van inferentiële statistiek, een veel betere, objectieve, methode is om tot bewijsvoering te komen. Een voorbeeld: recentelijk heeft de AFM (de Autoriteit Financiële Markten) onderzoek gedaan naar de kwaliteit van de accountantscontrole van de vier grote accountantskantoren in Nederland. Het oordeel was niet lovend. Maar wie, zelfs oppervlakkig, duikt in het onderzoek, ziet direct dat dit gebrekkig is uitgevoerd. Op grond van dit onderzoek kan er geen bewering gedaan worden over de kwaliteit van de Grote Vier. Dat belette de AFM niet om dat, retorisch, wel te doen, bijvoorbeeld in het veelbekeken tv-programma Nieuwsuur. De AFM werd niet tegengesproken.

Zo zijn er meer voorbeelden te noemen, ook in andere deelgebieden van accountancy, waar door het gebruik van retoriek de suggestie gewekt wordt dat het niet goed gesteld is met accountancy. Buijink beweert in zijn rede dat er geen actueel kwaliteitsprobleem is, maar dat accountancy vanzelfsprekend altijd beter kan. Dat proces van innovatie en verbetering moet dan wel gebaseerd zijn op kwaliteitsvol wetenschappelijk onderzoek, en niet gesteund op retoriek.

Retorica-onderwijs?

Bovendien, om vanuit accountancy een beter weerwoord te hebben op de retoriek, suggereert Buijnk, half-serieus, de herinvoering van retorica-onderwijs in de academische opleidingen van bedrijfseconomie en accountancy te overwegen. Maar dan wel natuurlijk als aanvullend bij, en niet als plaatsvervangend voor, de serieuze wetenschappelijke vorming van universitaire accountancy studenten. Deze combinatie van wetenschap en retoriek zal de studenten wapenen tegen het retorische ‘geweld’ dat zij later gaan ontmoeten.

Willem Buijink (1951) begon zijn loopbaan in 1978 aan de Universiteit Antwerpen. Voordat hij in 2001 naar Tilburg University ging was hij hoogleraar Bedrijfseconomie, i.h.b. Accounting, aan de Universiteit Maastricht, waar hij lang voorzitter was van het Departement Accounting en Financiering. Bij de Tilburg School of Economics and Management (TiSEM) van Tilburg University was hij eveneens hoogleraar Bedrijfseconomie i.h.b. Accounting. Hij was voorzitter van het TiSEM Departement Accountancy van 2001 tot 2005. Tot eind 2009 was hij vice-decaan Onderwijs van TiSEM en daarvoor vice-decaan Onderzoek. Buijink is momenteel werkzaam bij de Open Universiteit in Heerlen als hoogleraar Accounting bij de faculteit Management, Science & Technology.

Gerelateerde artikelen