Rekenkamer: Europese Commissie moet governance versterken

De Europese Commissie moet haar governance binnen de hele instelling verder versterken om belangrijke risico’s aan te pakken, volgens een nieuw verslag van de Europese Rekenkamer. De controleurs zeggen dat de recente reorganisatie bij de Commissie in zekere mate heeft geholpen het zogenaamde ‘kokerdenken’ aan te pakken, maar dat de Commissie op verschillende terreinen afwijkt van internationale goede praktijken of die niet volledig in acht neemt.

De controleurs onderzochten de governanceregelingen bij de Commissie en richtten zich daarbij op audit, financieel beheer en controle om te zien of deze in overeenstemming zijn met goede praktijken en of ze nog steeds voorzien in de behoeften van de instelling. Naar aanleiding van het aftreden van de Commissie Santer in 2000 keurde de Commissie het witboek “Hervorming van de Commissie” goed, dat was bedoeld om haar governance te moderniseren. Sindsdien hebben ‘goede praktijken’ zich echter verder ontwikkeld. Hoewel er enige actie is ondernomen, concludeerden de controleurs dat de Commissie op verschillende terreinen afwijkt van, of zich niet volledig houdt aan goede praktijken voor internationale en overheidsorganen.

“Goed bestuur is een prioriteit in de publieke en particuliere sector”, aldus Lazaros Lazarou, het voor het verslag verantwoordelijke lid van de Rekenkamer. “De huidige governance van de Commissie is functioneel, maar moet geactualiseerd worden. De Commissie moet een rolmodel zijn op het gebied van governance en voorop lopen waar het gaat om ontwikkelingen op het gebied van goede praktijken.”

Bij de recente reorganisatie is begonnen bepaalde risico’s van ‘kokerdenken’ aan te pakken, aldus de controleurs, maar de Commissie moet governance nog verder versterken binnen de instelling als geheel.

De controleurs wijzen erop dat, hoewel de eigen auditdienst van de Commissie gericht is op interne controle, de verantwoordelijkheid voor het toezicht op de uitgaven buiten de Commissie bij de afzonderlijke directoraten en eenheden ligt. Dit beperkt de informatie die voor het Comité follow-up audit beschikbaar is. De rol en de samenstelling van het Comité follow-up audit van de Commissie zijn beperkter dan die van auditcomités bij vergelijkbare internationale organen.

Zij erkennen dat de Commissie onlangs is begonnen niet-financiële informatie te verschaffen bij de rekeningen. Toch verstrekt zij nog altijd minder niet-financiële informatie bij de rekeningen dan vergelijkbare organisaties.

De controleurs bevelen aan dat de Commissie:

• wanneer zij besluit goede praktijken niet te volgen, haar redenen daarvoor toelicht;

• de dienst Interne Audit uitnodigt om meer werkzaamheden uit te voeren met betrekking tot governancekwesties op hoog niveau;

• het proces van afstemming van haar internecontrolekader op de beginselen voor goed bestuur afrondt;

• de publicatie van haar jaarrekening vervroegt;

• informatie die al beschikbaar is, samenvoegt in één verantwoordingsverslag (of reeks verslagen), dat met het oog op de controle tijdig wordt gepresenteerd;

• jaarlijks een schatting van het foutenpercentage publiceert op basis van een consistente methodologie;

• haar governanceregelingen regelmatig bijwerkt en publiceert;

• van het Comité follow-up audit een auditcomité maakt waarvan het merendeel bestaat uit onafhankelijke externe leden, en het mandaat ervan uitbreidt. 

 

Gerelateerde artikelen