Rechter vernietigt naheffingen zwartspaarders
Volgens het hof is de rechtsorde ‘geschokt’ door de weigering van de fiscus om de naam van de tipgever vrij te geven. Hierdoor zijn de spaarders ‘zeer geschaad in hun mogelijkheden om zich te verweren’. Vernietiging van de belastingaanslagen is daarom ‘een passende gevolgtrekking’, aldus het hof. Twee belastingambtenaren die de naam zeiden te kennen zijn eerder door de rechter geïnstrueerd deze vrij te geven, maar zeiden ‘instructie van het ministerie’ te hebben om dit niet te doen. Dit zwijgen is strafbaar. Bovendien hebbenambtenaren geen verschoningsrecht (het recht van een getuige om niets te zeggen).
Om deze reden deed het gerechtshof in november aangifte tegen het ministerie van Financiën. Het hof verdenkt de verantwoordelijke personen op het ministerie, onder wie staatssecretaris Wiebes en minister Dijsselbloem, van het beïnvloeden van getuigen in de zaak.
De Belastingdienst gaat in cassatie bij de Hoge Raad tegen het vonnis van het gerechtshof, liet een woordvoerder van het ministerie van Financiën vandaag weten. In een reactie op de uitspraak zegt Financiën te betreuren dat ‘het vrijgeven van de naam belangrijker lijkt geworden dan het heffen van belasting bij mensen die hun spaargeld voor ons verborgen houden’.
De zaak loopt al sinds 2012, toen toenmalig staatssecretaris van Financiën Jan Kees de Jager een lijst kocht van een anonieme tipgever met de namen en gegevens van circa 300 zwartspaarders. Ze hadden hun vermeende zwarte geld vooral in Luxemburg gestald.
Over de identiteit is veel te doen geweest. Reeds in 2012 droeg de rechtbank in Arnhem het ministerie op de identiteit van de tipgever te onthullen.