Rechtbank Gelderland: Crisisheffing geen individuele en buitensporige last

Rechtbank Gelderland heeft het beroep van een fiscale eenheid tegen de pseudo-eindheffing hoog loon (crisisheffing) ongegrond verklaard. Volgens de rechtbank is de heffing niet in strijd met het wettelijke systeem en het discriminatiebeginsel en is er ook geen sprake van een buitensporige last.

Fiscale eenheid X was over het loon van maart 2013 en maart 2014 pseudo-eindheffing hoog loon verschuldigd voor een bedrag van € 1.443.564 respectievelijk € 1.355.392. X heeft deze bedragen niet betaald. Voor deze bedragen is uitstel van betaling verleend.
In geschil is of X gehouden was de onderhavige crisisheffing af te dragen. 

Onder verwijzing naar de arresten HR 29 januari 2016, ECLI:NL:HR:2016:121 en ECLI:NL:HR:2016:124 acht Rechtbank Gelderland de crisisheffing niet in strijd met het wettelijke systeem en discriminatiebeginselen. Bij de toets of de heffing in strijd is met artikel 1 Eerste Protocol bij het EVRM resteert nog de vraag of sprake is van een individuele en buitensporige last.

X heeft onder meer aangevoerd dat de crisisheffing de liquiditeits- en solvabiliteitspositie van X onder druk zet, met als gevolg dat ongeveer 35 mensen gedwongen zijn ontslagen, de spelerssalarissen met ongeveer € 6 tot 8 miljoen moesten worden teruggebracht en uitbreiding van het trainingscomplex is uitgesteld, hetgeen van invloed is op de kwaliteit van spelers en organisatie. X is voorts mede door de crisisheffing in 2014 in categorie 1 geplaatst, waarvoor de strengste toezichtvoorwaarden gelden, met als gevolg dat X sterk beperkt werd in mogelijkheden om investeringen en uitgaven te doen.

Volgens de Rechtbank maakt X met al hetgeen zij heeft aangevoerd niet aannemelijk dat zij de onderhavige last niet kan dragen en daardoor ook voor de toekomst ernstig in haar bedrijfsvoering wordt geschaad. Het beroep tegen de crisisheffing is ongegrond.

(Bron: Fiscanet)

Gerelateerde artikelen