PwC: ‘Nieuwe eis registratie grootaandeelhouder kan gevaar vormen voor familiebedrijf’
Op basis van de richtlijn moeten familiebedrijven alle natuurlijke persoonlijke personen met een belang in het bedrijf van 25% of meer te registreren. De registratie moet de naam, geboortedatum, nationaliteit en het procentuele belang van de aandeelhouders bevatten. Privéadressen hoeven niet vermeld te worden in het register. Louter vermelden van een stichting administratiekantoor is niet meer voldoende.
Hoewel de Europese richtlijn primair is gericht op transparantie van brievenbusfirma’s – om belastingontduiking en financiering van terrorisme tegen te gaan – worden dus ook familiebedrijven erdoor geraakt. Het register is bedoeld voor banken, notarissen en opsporingsdiensten die gegevens moeten controleren. Maar ook particulieren kunnen toegang tot het register krijgen wanneer zij daar een ‘legitiem belang’ bij hebben, zoals bij een vermoeden van witwassen, fraude of financiering van terrorisme. De vrees bestaat dat een legitiem belang al snel aannemelijk kan worden gemaakt, zodat deze toets feitelijk weinig bescherming biedt, verwacht PwC.
In bijzondere gevallen kunnen de lidstaten deze gegevens afschermen. Dit is bijvoorbeeld het geval wanneer aandeelhouders het risico lopen gechanteerd, opgelicht of gekidnapt te worden. De aandeelhouders moeten hiervoor wel zelf aantonen dat ze een reëel veiligheidsrisico lopen. Het is nog onbekend welke sancties verbonden zijn aan het niet voldoen van de registratieplicht.
De verwachting is dat het Europees Parlement in de loop van 2015 over de richtlijn gaat stemmen. Wanneer de Europese richtlijn wordt aangenomen, dan moet Nederland binnen twee jaar de regelgeving doorvoeren in zijn wetgeving.
PwC op basis van het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld en de financiering van terrorisme, nr. Comdoc.: COM (2013) 45 FINAL 5116/15 Add 2