PwC krijgt boete van $25 miljoen voor hulp aan Japanse bank

PwC moet 25 miljoen dollar boete betalen aan de financiële autoriteit van de staat Nieuw York, en mag er twee jaar geen financiële instellingen adviseren.
Dit is de uitkomst van een deal die PwC dezer dagen gedwongen was te sluiten met het ministerie van Financiën van New York (State). PwC wordt verdacht van het moedwillig mis-representeren van data, die zouden aantonen dat de bank in strijd met sanctie-wetgeving geld uitgeleend zou hebben. 
 
PwC zou zich door de leiding van de bank gedwongen gevoeld hebben gegevens te veranderen betreffende bepaalde overboekingen naar landen die door New York op de zwarte lijst gezet waren, zoals bijvoorbeeld Zuid-Soedan.
 
"Wanneer bank-executives een consultant onder druk zetten om de inhoud van een zogenaamd objectief rapport aan te passen, en de adviseur gaat daarin mee, dan ondergraaf je de basis van ons systeem van prudent toezicht,” zo stellen de autoriteiten. 
 
PwC werd in 2007 ingehuurd om een historische review te verrichten van transacties door of via de bank met een aantal landen, die door de VS op een zwarte lijst gezet waren.
 
De onderzoekers van PwC ontdekten een set ‘geheime instructies’ aan medewerkers van de bank om achteraf bij bepaalde transacties cruciale gegevens te verwijderen.  In het finale rapport dat aan de autoriteiten werd overhandigd waren alle verwijzingen naar die instructies verdwenen.
Gerelateerde artikelen