Protest KNMG en LHV tegen reclamebelasting zorgverleners

Artsenfederatie KNMG en de Landelijke Huisartsenvereniging (LHV) dringen er op aan dat gemeenten in hun regelgeving rond reclameborden de zorgverlener ontzien. Ze doen dit na een recente uitspraak van rechtbank Zeeland-West-Brabant dat de heffingsambtenaar van de gemeente Tilburg terecht een aanslag reclamebelasting heeft opgelegd aan een huisartsenpraktijk die aan de voorgevel een informatiebord had bevestigd.

De huisarts moet reclamebelasting betalen voor een naambord op de voorgevel. De tekst is leesbaar vanaf de openbare weg. Huisarts Leon Broeders tekende uit principe bezwaar aan tegen de aanslag van 500 euro, zo meldt het Reformatorisch Dagblad. De rechtbank oordeelde dat er sprake is van een openbare aankondiging, die onder de verordening reclamebelasting 2014 valt.

De LHV en KNMG gaan de Vereniging Nederlandse Gemeenten benaderen met het verzoek op dit terrein één beleid te stimuleren bij de gemeenten dat recht doet aan de functie van de gezondheidscentra. Wendela Hingst, directeur KNMG: ‘LHV en KNMG dringen er op aan dat de overheid in haar regelgeving rond reclameborden onderscheid maakt tussen informatievoorziening en reclame, waarbij het kunnen leveren van verantwoorde zorg voorop moet staan. Stel dat de arts op basis van deze verordening het bord dan maar verdekt zou opstellen, hoe vinden patiënten dan de praktijk? Zeker in een spoedsituatie moet een praktijk juist vanaf de openbare weg goed vindbaar zijn. Daar een belasting aan verbinden alsof een gezondheidscentrum een commercieel product is valt hier niet mee te rijmen.’

Volgens Hingst demonstreert de uitspraak dat het benaderen van de zorg als commercieel product kan botsen met het belang van patiënten: ‘Het leveren van verantwoorde, in dit geval goed vindbare, zorg zou door de gemeente ondersteund en niet belast moeten worden. De handelwijze van de gemeente richting de huisarts, nu gesanctioneerd door de rechter, valt dan ook moeilijk te begrijpen.’

Gerelateerde artikelen