Projectcontrol: Tips voor een goede projectfinanciering
Lang niet elke organisatie staat er bij stil, maar de uitvoering van een project moet ook gefinancierd worden. Dat geldt zowel voor projecten die voor de eigen organisatie worden uitgevoerd, de zogenaamde interne projecten, als voor externe projecten. Bij de laatstgenoemde projecten voert de organisatie dus projecten uit voor derden. Hoe komen we aan het geld om investeringen te doen en de inzet van mensen en middelen te bekostigen? In dit artikel worden een aantal mogelijkheden op een rijtje gezet.
In dit derde deel van de reeks over projectcontrol wordt stilgestaan bij projectfinanciering. Deel 1 vind je hier en deel 2 hier.
Welke mogelijkheden zijn er om projecten te financieren?
Interne projecten
Het geld dat nodig is om een project uit te voeren kan reeds binnen de organisatie beschikbaar zijn. In dat geval wordt gesproken van interne financiering. Maar zelfs als dat het geval is, is het verstandig om te onderzoeken of er additionele financieringsmogelijkheden zijn. Denk hierbij onder meer aan subsidiemogelijkheden.
Subsidies
Overheden willen door hen gewenst gedrag en beleid stimuleren door het verstrekken van subsidies. Hemme (2011) heeft geïnventariseerd welke subsidiemogelijkheden Nederlandse organisaties en particulieren hebben. Hij kwam op 1.500 regelingen, zowel nationaal als internationaal, waarvan gebruik gemaakt kan worden. Voorbeelden zijn: subsidies tot scholing van personeel, innovatie, investeringen en export. Zo hebben organisaties recht op subsidie bij het opzetten van een internationale website als die de export bevordert en op een investeringsbijdrage als zij in bepaalde regio’s (bijvoorbeeld Noord-Nederland) investeren.
Nadere informatie hierover is te verkrijgen bij accountants, ondernemings- en belangenverenigingen, stedelijke samenwerkingsverbanden en gespecialiseerde bureaus.
Als de interne middelen niet voldoende zijn om het project te financieren en ook de subsidies bieden geen soelaas, dan moet er extra geld worden aangetrokken. Dat kan op verschillende manieren. Vanzelfsprekend kan de organisatie extra eigen of vreemd vermogen aantrekken. De manier waarop dat gebeurt, wordt bekend verondersteld. Aan specifieke projectfinanciering wordt daarentegen hieronder wel aandacht besteed.
Projectfinanciering
De organisatie die extra geld nodig heeft om een project te financieren kan dat onder meer doen door een limited resource lening aan te gaan. In dat geval wordt specifiek ten behoeve van dat project geleend en de schuldeisers kunnen ook alleen geld op dat project verhalen.
Dus als het project mislukt en het geld kan niet ten laste van de projectopbrengsten worden terugbetaald, dan kunnen de geldverstrekkers de staande organisatie hiervoor niet aansprakelijk stellen.
Ook de vorm production payment komt voor. In dat geval verkoopt de organisatie een deel van de rechten op toekomstige geldontvangsten van het project in ruil voor een investeringsbijdrage door de geldverstrekker. Deze vorm kent overigens een aantal varianten zoals production loan en tolovereenkomst.
DBFM-contract
Een bijzondere vorm van projectfinanciering is het zogenaamde DBFM-contract. Dit staat voor Design, Build, Finance and Maintain. De organisatie die een project start, bijvoorbeeld een nieuw hoofdkantoor laat bouwen, besteedt niet alleen het ontwerpen en bouwen zelf uit, maar laat de opdrachtnemer tevens de financiering verzorgen. En omdat de opdrachtnemer – bijvoorbeeld een bouwbedrijf – nu voor lange tijd aan het gebouw gecommitteerd is, eist deze vaak dat zij ook het onderhoud aan het gebouw verzorgen.
Voor beide partijen kan deze aanpak gunstig zijn. De opdrachtgever heeft maar met één partij te maken, waardoor de kans op kinken in de kabel en communicatieproblemen afnemen. Ook kan deze aanpak goedkoper zijn dan de keuze van alternatieven. Voor de opdrachtnemer zitten er potentieel ook grote voordelen aan deze constructie. De toekomstige inkomstenstroom rond dit contract is namelijk heel stabiel en met name het onderhoud kan ingepland worden op momenten dat de organisatie het zelf rustig heeft, wat kostenbesparend kan werken.
Externe projecten
Als een organisatie projecten uitvoert ten behoeve van een andere organisaties is er sprake van een extern project. Dit gebeurt veel in sectoren als advocatuur, accountancy, bouw en automatisering. Is de doorlooptijd van een project kort, zoals meestal het geval is in de accountancy, dan is de vermogensbehoefte voor een dergelijk project niet zo groot. Bij langlopende projecten is dat anders. Infrastructurele en automatiseringsprojecten kennen vaak een doorlooptijd van maanden, maar vaak zelfs veel langer.
In die gevallen maakt de opdrachtnemer meestal afspraken over termijnbetalingen en soms zelfs over voorschotten. Dat kan erg belangrijk zijn, want het vermogensbeslag door het uitvoeren van een project kan groot zijn en het betaalgedrag van de opdrachtgever kan te wensen overlaten. Uit onderzoek van Craydon (december 2014) blijkt bijvoorbeeld dat de Nederlandse overheid soms pas na 120 dagen de openstaande rekening betaalt. Bij het Ministerie van Justitie werd in het derde kwartaal 41% van de rekeningen te laat betaald. Onze Vlaamse buren doen het niet veel beter: ook daar werd dit jaar gemiddeld maar 60% van de rekeningen uiterlijk op de vervaldag betaald en de rest daarna. Een dergelijk betaalgedrag kan tot grote problemen leiden bij de opdrachtnemers.
Theo van Houten is hoofddocent bedrijfseconomie aan de hogeschool van Arnhem en Nijmegen. Hij is onder meer auteur van het boek “Financial control van projecten”.
__________________________________________________________________________
Voorkom missers door het opstellen van een doordacht financieel plan voor uw vastgoedprojecten. Na de driedaagse cursus Vastgoedrekenen beoordeelt u zelf de financiële positie van uw vastgoedprojecten, kent u de financieringsbehoefte en overtuigt u externe financiers. Klik hier voor meer informatie en aanmelden.
__________________________________________________________________________