Pensioen accountant gaat in met waarschuwing

Het laatste deskundigenonderzoek in het werkzame leven van een registeraccountant levert hem een waarschuwing op.

Zaaknr. 19/1426

De zaak: 'Had eerder geklaagd, dan had ik dat onderzocht'

De beklaagde liet zich begin dit jaar uitschrijven.

Een van de verweren van de beklaagde was dat de klagers geen belang meer hebben bij een maatregel, omdat hij al is uitgeschreven. Volgens de Accountantskamer hoeven klagers echter helemaal geen belang te hebben. 

De klacht gaat om een door de accountant opgesteld deskundigenbericht. De klager kreeg na het overlijden van haar man het beheer over diens restaurant. Toen ze afscheid wilde nemen van het kantoor dat de administratie daarvan verzorgd had, werd ze geconfronteerd met een lading rekeningen ter grootte van 21.000 euro. 

Die rekeningen worden betwist omdat daar, volgens de klager, vervalste facturen tussen zitten. Het gerechtshof in Den Bosch gaf in de procedure tussen het administratiekantoor en de weduwe de beklaagde de opdracht die urenfacturen te onderzoeken. Het rapport dat uit dat onderzoek volgde, had volgens de klagers nooit het daglicht mogen zien. Want enig spoor van een daadwerkelijk uitgevoerd onderzoek ontbreekt.

De accountant concludeerde dat de werkzaamheden die zijn gefactureerd, behoren tot de opgedragen werkzaamheden, dat deze op de in de facturen vermelde data zijn verricht en dat de in rekening gebrachte uurtarieven gelijk zijn aan de uurtarieven die in de opdrachtbevestiging zijn overeengekomen. 

Daarnaast vermeldde hij in zijn rapport dat volgens hem niet is afgesproken dat het onderzoek in aanwezigheid van partijen ten kantore van het administratiekantoor zou plaatsvinden. Hij stelt dat hij 80 procent van alle facturen heeft bekeken. Ook onderzocht hij alle facturen met een bedrag van boven de 200 euro. Maar hierover staat niets vermeld in het rapport, concludeert de Accountantskamer. 

Ook legde hij in het rapport niet uit welke geschreven uren door het administratiekantoor in zijn onderzoek verwerkt zijn. Hij had een gesprek met de partijen op 21 februari 2019, maar wat daar precies op tafel is gekomen, wordt niet duidelijk. De beklaagde heeft geen verslag van die bespreking in zijn rapport verwerkt. Hij baseerde zijn bevindingen en conclusies grotendeels op de urenverantwoording van twee medewerkers, maar voegde die niet toe aan het rapport.

Volgens de tuchtrechter ontbreekt zo een deugdelijke grondslag aan het rapport. Dat maakt dat de accountant niet vakbekwaam en met onvoldoende zorgvuldigheid heeft gewerkt. De klagers meenden daarnaast dat de accountant niet objectief was door onvoldoende hoor en wederhoor toe te passen. Daarin gaat de tuchtrechter niet mee. De klagers hadden geen vertrouwen in het rapport en reageerden daarom maar summier. Ze hadden daarentegen wel de mogelijkheid om op het rapport te reageren.

De Accountantskamer legt een waarschuwing op.

Gerelateerde artikelen