Overname OCI NV van de baan door US maatregelen tegen inversie

Inversie is een in de VS, met hun torenhoge vennootschapsbelasting, bijzonder populaire fiscale truc.

Daarbij neemt een Amerikaans bedrijf een buitenlands bedrijf over,  dat gevestigd is in een land met een gunstig belastingsysteem – zoals ons land. Maar de accountants en advocaten die de deal ondersteunen regelen de overname op het oog precies andersom: de (meest kleinere) buitenlandse concurrent neemt de grote Amerikaanse multinational over, en deze laatste kan dan zijn hoofdkantoor naar de Zuidas verhuizen, met alle fiscale voordelen van dien. De IRS heeft het nakijken.

 

Maar deze inversie-route wordt door nieuwe maatregelen van de Amerikaanse overheid steeds onaantrekkelijker gemaakt. Zo onaantrekkelijk inmiddels al, dat CF gisteren aankondigde dat het maar afzag van de geplande overname van OCI NV, voor 8 miljard dollar. 

Door de overname, zo was het plan, zou ’s werelds grootste beursgenoteerde stikstofbedrijf ontstaan. De idee was om CF tegelijk een dochter te maken van een nieuwe holding, gevestigd in het Verenigd Koninkrijk, waar de vennootschapstarieven aanzienlijk lager zijn dan in de VS. En het zou een koud kunstje zijn om winsten eerst via Nederland  schoon te wassen.

 

Maar door nieuwe regelgeving heeft CF besloten dat de geplande inversie nu niet meer de moeite waard is. “Hoewel de oorspronkelijke plannen voor iedereen winst zouden hebben opgeleverd [ het fiscale voordeel werd geschatop $500 miljoen, red.], moeten we nu concluderen dat het beter is om de hele deal maar af te blazen, ” zei CF Industries CEO Tony Will in een persbericht.

CF zal een termination fee betalen van $150 million. De aandelen CF stegen gisteren met ruim 6%.

In April kwamen het Treasury Department en de IRS  met nieuwe regels die inversies moeilijker maken. Eerdere slachtoffers waren de faramceuten Pfizer en Allergan die elkaar voor liefst  $152 miljard wilden overnemen.

 

De CEO van OCI, Nassef Sawaris, heeft de hoop nog niet opgegeven. “we gaan op zoek naar alternatieve opties, die wel genoeg waarde creëren voor onze aandeelhouders.”