Opnieuw tuchtzaak in witwaszaak van 320 miljoen
Zaaknr. 20/413
De eerdere tuchtzaak: Tuchtrechter legt accountant in witwaszaak waarschuwing op
Het vonnis in de strafzaak: Celstraffen voor witwassen meer dan 320 miljoen dollar
Het is de tweede tuchtklacht tegen de accountant, ingediend door het Openbaar Ministerie. De vorige verliep 'teleurstellend voor de klager' en deze tweede zaak is min of meer het laatste zetje om de accountant de put in te krijgen, vermoedt zijn advocaat. Beide tuchtzaken houden verband met twee grote strafzaken in Nederland en op Curaçao rond het zogeheten 'swipen' van dollars.
In Venezuela kan met de plaatselijke munt, de Bolivar, amper iets gekocht worden vanwege de al jaren gierende hyperinflatie. Om de ergste nood te ledigen kregen Venezolanen op een creditcard een deels gesubsidieerde hoeveelheid dollars om in het buitenland te besteden aan bijvoorbeeld kleding en medicijnen. Venezolaanse toeristen betaalden goederen op het eiland met hun creditcard, maar kregen in plaats daarvan contante dollars uitbetaald.
De broers Omer en Itzhak G. tuigden op het eiland nepbedrijven op die valse bonnetjes uitgaven met de aanschaf van lingerie. In werkelijkheid 'kochten' de Venezolanen contante dollars bij de broers, die voor elke pintransactie een commissie opstreken. Die dollars gingen terug naar het thuisland waar ze op de zwarte markt goud waard zijn. Beide broers kregen in september vorig jaar door de rechtbank in Zwolle celstraffen van 5 en 6 jaar opgelegd voor het witwassen van meer dan 320 miljoen dollar.
Woord verdwenen
De zaak kwam aan het rollen toen een Nederlands filiaal van ING aan de bel trok. Voorafgaand aan de Nederlandse strafzaak daagde het OM de accountant van de broers voor de Accountantskamer. Hij kreeg een waarschuwing opgelegd omdat hij nader onderzoek had moeten doen naar de cijfers. Maar van het negeren van fraudesignalen was volgens de tuchtrechter geen sprake. Volgens het OM is de tweede tuchtklacht, die deze maand diende, gestoeld op de strafzaak op Curaçao.
De feiten dateren uit 2013 maar kwamen pas uit dat onderzoek naar voren. Volgens het OM verwijderde de accountant op verzoek van een van de broers de term 'draft' boven de jaarrekening van het bedrijf. Ook de naam van zijn accountantskantoor verdween van het concept. De accountant wist dat dit concept gebruikt zou worden voor derden, meent het OM. De indruk werd gewekt dat het hier om de definitieve cijfers ging.
Met die 'definitieve jaarrekening' kon de cliënt van de accountant pinterminals verkrijgen. Uit mails van de accountant blijkt dat het resultaat van de concept-jaarrekening nog 'flink zal afwijken' omdat twee bankrekeningen nog niet waren geboekt. ,,Isaac bijgaand de gevraagde jaarrekening 2013. De cijfers zijn in draft en het werkelijke resultaat 2013 kan flink gaan afwijken van de definitieve jaarrekening 2013, daar er nog enkele bankrekeningen geboekt dienen te worden'', schrijft de accountant aan Isaac, ook wel Itzhak, G. Het resultaat over 2013 was in het concept ruim 4 miljoen dollar, terwijl dat in voorgaande jaren schommelde tussen de 55.000 en 1,8 miljoen dollar.
'Niet chic'
Advocaat Jan Garvelink begon in zijn verweer met een korte terugblik op de eerdere tuchtzaak. Op die zitting werd door het OM een filmpje getoond, waarin de accountant ,,wordt geassocieerd met criminelen, mannen met gleufhoeden, drugshandel, versneden cocaïne en dollars wassende wasmachines.'' Een beeld dat niet klopt maar dat de accountant tot op de dag van vandaag achtervolgt.
Hij hekelde vervolgens de werkwijze van het OM. Terwijl beide partijen nog in overleg waren over het intrekken van het hoger beroep, lag daar ineens een tweede tuchtklacht. ,,Dat was niet chic.'' Het is niet zo dat de accountant geen enkele blaam treft. ,,Mijn cliënt vindt zelf ook dat hij anders had moeten reageren op het verzoek van de klant. Dat spijt hem.''
Maar de accountant trof maatregelen om te voorkomen dat derden zouden denken dat de cijfers afkomstig waren van een accountant. Vandaar dat met het woordje 'draft' ook de naam van zijn accountantskantoor van de jaarrekening verdween. Bovendien had dit alles geen gevolgen.
Garvelink denkt dat de Accountantskamer geen zwaardere maatregel dan een waarschuwing had opgelegd als deze klacht in de vorige tuchtzaak was meegenomen. Hij meent dat het OM de accountant nu met rust moet laten. ,,En als ik dan aan het OM vraag waarom nou juist deze relatief onbeduidende meneer zo hard moet worden aangepakt, of hij nog niet genoeg is gestraft en of hij niet gewoon de kans verdient om zijn bestaan weer op te pakken, dan is het antwoord dat dat 'niet opportuun' is. Ik heb geen idee wat dat betekent.''
De tuchtrechter doet binnen vijftien weken uitspraak.