Ondernemingskamer moet Meavita-zaak opnieuw behandelen

Door een blunder moet de Ondernemingskamer de hele rechtszaak over mogelijk wanbeleid bij de vroegere thuiszorggigant Meavita opnieuw behandelen. De Hoge Raad oordeelde vrijdag dat een van de rechters die de uitspraak deed op dat moment al met pensioen was, zodat deze niet geldig is.

De Ondernemingskamer oordeelde eerder dat topmensen van het zorgbedrijf, onder wie VVD-coryfee Loek Hermans, zich schuldig hadden gemaakt aan wanbeleid. Meavita ontstond in 2007 uit een fusie. Twee jaar later ging het failliet met een miljoenenschuld. Het bestuur zou verkeerde beslissingen hebben genomen. Meavita bood zorg aan ouderen en chronisch zieken in Den Haag, Utrecht, Groningen en de Achterhoek. Het had 20.000 medewerkers en 100.000 cliënten.

De zaak was aangespannen door vakbond FNV. De Ondernemingskamer oordeelde indertijd tevens dat de kosten van het voorbereidend onderzoek naar het beleid konden worden verhaald op de diverse bestuurders en commissarissen.

Volgens de regels worden beslissingen van de Ondernemingskamer genomen door drie rechters en twee deskundige leden. De Hoge Raad stelt echter vast dat een van die rechters op het moment van de uitspraak al met pensioen was. “Een beschikking wordt gewezen wanneer alle rechters die over de zaak oordelen, de tekst van de uit te spreken beschikking hebben vastgesteld'', aldus de Hoge Raad. “Nadat een rechter is gedefungeerd, kan hij niet meer als ′rechter′ in de zin van deze voorschriften worden aangemerkt.''

 

(ANP)

Gerelateerde artikelen