OM: Accountant adviseerde over plegen van fraude
Zaaknr. 18/1806
Dat verweet het Openbaar Ministerie een accountant-administratieconsulent vrijdag voor de tuchtrechter in Zwolle.
Al sinds 2003 kende de accountant de directeur van een klein communicatiebureau in Eindhoven. Dat communicatiebureau, Verse Verf Communicatie geheten, ging in 2014 failliet. In het faillissementsverslag merkt de curator op dat de directeur betrokken is geweest bij meerdere faillissementen. Of de accountant dat wist, kwam vrijdag in de tuchtzaak niet aan de orde, maar wel duidelijk was dat de beklaagde een groot vertrouwen had in zijn klant. Naast leningen met een totaalbedrag van 345.000 euro stond er nog een debiteurenvordering van 461.000 euro open.
Wel zorgde de accountant ervoor dat een overlijdensrisicoverzekering op het leven van zijn cliënt werd afgesloten. In totaal had de betrokken accountant dus bij een faillissement van het communicatiebureau meer dan 8 ton te vorderen. “Een volstrekt belachelijk bedrag voor een klein accountantskantoor waar de beklaagde als enige accountant werkzaam is'', aldus het OM.
Het aangaan van een lening met een klant wordt gezien als een bedreiging voor de objectiviteit van de accountant. Volgens het Openbaar Ministerie nam de accountant onvoldoende waarborgen ter voorkoming van aantasting van zijn professioneel of zakelijk oordeel. Volgens de klager blijkt dat onder meer uit het feit dat de schriftelijke vastlegging van de deelleningen pas op 1 augustus 2014 was, terwijl de bedragen in 2012 en 2013 al waren uitgeleend.
Een tweede klachtonderdeel betreft het verlonen van overwerk door de directeur van het communicatiebureau. In het voorjaar van 2013 is de accountant en zijn cliënt duidelijk dat een faillissement onafwendbaar is. “JL knoop doorhakken; faillissement of surseance van betaling'', staat in de aantekeningen van de accountant. JL staat voor de initialen van de directeur van Verse Verf. De CV heeft op dat moment een vordering van 58.000 euro op de directeur van het communicatiebureau. Bij een faillissement zal de curator dat bedrag van de directeur willen hebben. Het verlonen van vele overuren die de directeur in het verleden zou hebben gewerkt, kan dat voorkomen.
In maart 2013 instrueert de accountant volgens het OM zijn klant om de overuren te verrekenen. Het gaat om overwerk van november 2006 tot en met april 2013. Opvallend, want op het moment dat het salarisoverzicht wordt opgemaakt is de maand april 2013 nog maar net begonnen. Bovendien was er niets vastgelegd van die vermeende overuren. Onzorgvuldig en ondeskundig, zo oordeelt het OM.
Misschien het ergste verwijt dat gemaakt wordt is dat de accountant zijn cliënt adviseerde over het plegen van faillissementsfraude. Er worden schijnbaar op advies van de accountant vlak voor het faillissement nog allerlei vorderingen verwerkt. Diverse facturen zijn slechts opgemaakt “om de verhaalsmogelijkheden van de curator te frustreren'', aldus het OM.
Oud-advocaat Marcel Senders benadrukte de kundigheid van de directeur van het communicatiebureau. Hij had grote klanten uit de vastgoedwereld die hem roemden om zijn werk. Door op hem een overlijdensrisicoverzekering af te sluiten werden de financiële belangen van de accountant geborgd. Dat gebeurde op zakelijke gronden, dezelfde overwegingen waartoe hij overging tot het verstrekken van leningen. Zoiets is ook gewoon toegestaan. Sterker nog: de fiscus was op de hoogte van die leningen, stelde Senders. Het verrekenen van de overuren was helemaal niet zo schimmig als het OM doet voorkomen. De directeur werkte veel, ook in de avonduren en weekenden en “ging dan met zijn artistieke inzichten aan de slag''. Het was aan de accountant daar kritische vragen over te stellen en dat is gewoon gebeurd.
De leden van de accountantskamer vroegen zich vooral af hoe de accountant zijn objectiviteit gewaarborgd had. De accountant reageerde keer op keer door te wijzen naar het borgen van zijn financiële belangen met de overlijdensrisicoverzekering. Wel zei hij in de toekomst voorzichtiger te werk te gaan. Mogelijk moet de accountant zich later nog voor de strafrechter verantwoorden.
Uitspraak over circa 15 weken.