Nieuw stelsel rapporteringstoleranties departementale jaarverslagen
De rapporteringstoleranties geven de grensbedragen weer waarboven een minister verplicht is om in de bedrijfsvoeringsparagraaf van het departementale jaarverslag een toelichting te geven op fouten en onzekerheden ten aanzien van de rechtmatigheid. Het nieuwe stelsel van rapporteringstoleranties houdt een vereenvoudiging en harmonisatie in van de huidige rapporteringstoleranties, waardoor er in beginsel geen verschillen meer zullen bestaan tussen de rechtmatigheidsoordelen van de Algemene Rekenkamer en die van de ministers in de bedrijfsvoeringsparagrafen van de departementale jaarverslagen (die door de Auditdienst Rijk als intern controleur van een getrouwheidsoordeel worden voorzien).
Op dit moment gelden rapporteringstoleranties op begrotingshoofdstukniveau, de saldibalans en de verantwoordingsstaat agentschappen (1% fouten en 3% onzekerheden) en op begrotingsartikelniveau waarbij aparte toleranties gelden voor fouten en voor onzekerheden (3% voor fouten en 3% voor onzekerheden). Voor kleine begrotingshoofdstukken (< € 1,5 miljard) en kleine begrotingsartikelen (< € 500 miljoen) gelden uit doelmatigheidsoverwegingen ruimere toleranties oplopend tot 10% voor fouten en 10% voor onzekerheden.
In het nieuwe stelsel wordt de rapporteringstolerantie 2% voor begrotingshoofdstuk, saldibalans en verantwoordingsstaat agentschappen en 5% voor begrotingsartikelen en voor de afgerekende voorschotten waarbij fouten en onzekerheden voortaan worden opgeteld. De nieuwe rapporteringstolerantie op totaalniveau sluit aan bij de kwantitatieve tolerantie die de Europese Rekenkamer hanteert voor de totale uitgaven en de totale ontvangsten, te weten 2%.