Nederlandse barones betaalt liever geen schenk- of erfbelasting over Brits landgoed
Barones van Lynden te Voorst (Gld), eigenaresse van landgoed de Poll (bijna 900 hectare), bezit ook in Groot Brittannië nog een fraai landgoed, The Bean House in Cradley, van ca. 30 hectare.
“Bent u eigenaar van een landgoed?” vraagt de belastingdienst op haar website. “ Als uw landgoed volgens de Natuurschoonwet (NSW) is gerangschikt als NSW-landgoed, kunt u gebruikmaken van bijzondere regelingen voor: de erfbelasting, de schenkbelasting, de overdrachtsbelasting, de inkomstenbelasting en de vennootschapsbelasting!”
Een en ander is ( in 1928) opgenomen in de Natuurschoonwet, om oude adel met veel grond maar weinig guldens vrij te stellen van torenhoge belastingaanslagen indien deze landgoederen van eigenaar veranderen, bijvoorbeeld door vererving.
De kwestie rond het Britse bezit van van LKynden sleept al enkele jaren. In 2013 deed de RvS, die het ook niet meer wist, uiteindelijk de volgende uitspraak: “De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, Recht doende in naam der Koningin: [I.] verzoekt het Hof van Justitie van de Europese Unie bij wege van prejudiciële beslissing uitspraak te doen op [enkele relevante] vragen: 1. Vormt het belang van behoud van nationaal natuurschoon en cultuurhistorisch erfgoed, zoals aan de orde in de Natuurschoonwet 1928, een dwingende reden van algemeen belang, die een regeling rechtvaardigt, waarin de toepassing van een vrijstelling van schenkbelasting (invorderingsfaciliteit) wordt beperkt tot in Nederland gelegen landgoederen?"
Het Hof van Justitie van de Europese Unie beantwoordde die vragen op 18 december 2014 bijzonder uitgebreid, zie www.raadvanstate.nl. De slotconclusie:
“Het Hof (Tweede kamer) verklaart voor recht: Artikel 63 VWEU moet aldus worden uitgelegd dat bet zich niet verzet tegen een wettelijke regeling van een lidstaat als aan de orde in het hoofdgeding, krachtens welke een vrijstelling van schenkbelasting ter zake van bepaalde landgoederen die zijn beschermd omdat zij behoren tot bet nationaal cultuurhistorisch erfgoed, is beperkt tot die landgoederen die op het grondgebied van die lidstaat zijn gelegen, voor zover deze vrijstelling niet is uitgesloten ten aanzien van landgoederen die, ondanks bet feit dat zij op het grondgebied van een andere lidstaat zijn gelegen, verband kunnen houden met bet cultuurhistorisch erfgoed van eerstbedoelde lidstaat.”
Het ministerie van Financiën was met die uitspraak ongetwijfeld niet blij. Daarom verdedigden noodgedwongen de advocaten van mevrouw van Lynden gisteren voor de Raad van State opnieuw de idee, dat ook haar Britse landgoed bij vererving aan haar zoon gevrijwaard zou blijven van erf of schenkbelasting, zelfs al is het geen nationaal cultuurhistorisch erfgoed – het is wel degelijk Europees erfgoed!
De Raad van State doet over enkele weken opnieuw uitspraak.