Nederland gaat steeds slordiger om met jong talent

In de PwC Young Workers Index zakte Nederland van een 3de plaats in 2006 naar een 7de plaats in 2014.
De PwC Young Workers Index meet hoe OESO-landen investeren in hun jeugdig potentieel. Daarbij wordt een brede scala aan indicatoren gebruikt, die aangeven hoe het staat met de participatie van jongeren in de arbeidsmarkt, het onderwijs en (beroeps)opleidingen. 
 
Zwitserland, Duitsland en Oostenrijk scoren nu het best van alle 34 OESO-landen. Sinds 2006, de eerste meting, is ons land gestaag gezakt van de derde plaats naar de zevende.  Wij scoren bijvoorbeeld slecht op het aantal vroegtijdig schoolverlaters (op 6 landen na de slechtste prestaties) en het aantal part-timers onder de jongeren (absolute kampioen).
 
De financiële crisis en daaropvolgende recessie hebben in alle landen gezorgd voor een stijging van de jeugdwerkloosheid, maar de prestaties van afzonderlijke landen tonen grote verschillen. 
 
Het rapport berekent ook hoe de economie van de OESO zou kunnen groeien, als alle landen dezelfde energie en middelen zouden steken in het ontwikkelen van jeugdig talent als de drie koplopers Duitsland, Zwitserland en Oostenrijk : ongeveer 1 biljoen euro…. 
Gerelateerde artikelen