Naheffingsaanslag parkeerbelasting: gemeente moet btw-factuur uitreiken

Rechtbank Gelderland heeft geoordeeld dat de gemeente Arnhem alsnog een factuur met btw moet uitreiken aan een bv in verband met een opgelegde naheffingsaanslag parkeerbelasting. De behandeling van de gemeente als niet-belastingplichtige zou leiden tot concurrentieverstoring.

Aan een bv is een naheffingsaanslag parkeerbelasting opgelegd voor het parkeren van een voertuig op een openbare weg in Arnhem. De bv wenst van de gemeente een factuur met omzetbelasting, zodat de omzetbelasting kan worden afgetrokken.

Nu de bv haar recht op aftrek van voorbelasting slechts geldend kan maken indien alsnog aan haar een op de voorgeschreven wijze opgemaakte factuur wordt uitgereikt, heeft de bv een fiscaal belang bij het onderhavige beroep, oordeelt Rechtbank Gelderland.

De gemeente handelt bij het gelegenheid geven tot straatparkeren als overheid. In beginsel handelt de gemeente dan ook niet als belastingplichtige. Op grond van artikel 13, eerste lid, tweede volzin, van de Btw-richtlijn moet de gemeente toch als belastingplichtige worden aangemerkt, indien dit tot concurrentieverstoring van enige betekenis leidt.
Volgens de Rechtbank is daarvan in dit geval sprake.

Straatparkeren en slagboomparkeren zijn voor de modale consument dezelfde handelingen. Vast staat dat slagboomparkeren belast is met omzetbelasting. Behandeling van de gemeente als niet-belastingplichtige bij straatparkeren leidt derhalve tot concurrentieverstoring. Gelet op de hiermee gerealiseerde opbrengst door de gemeente is voorts geen sprake van concurrentieverstoring van onbeduidende omvang. De gemeente moet alsnog een factuur met omzetbelasting uitreiken.

(Bron: Fiscanet

Gerelateerde artikelen