MKB-accountant moet beroepseer hervinden: “Je hebt mensen nodig die opletten”

Tekenend is het relaas van haar eigen accountant, in de provincie Groningen. Die bedankte vriendelijk voor de eer om als registeraccountant door het leven te mogen gaan. Te veel regels, te veel eisen, teveel… AFM! En, belangrijker nog: in de praktijk helemaal niet nodig voor zijn kantoor, met voornamelijk cliënten in het midden- en kleinbedrijf, die titel. “Al dat moeten, al dat niet mogen. Ik kon het mijn kantoorgenoten gewoon niet langer aandoen. Dus vaarwel, register.”

Margreeth Kloppenburg, co-redacteur en auteur van ‘Artikel 5. De beroepseer van de accountant’, wilde ook de positieve kant van de beroepsgroep laten zien. Want na de grote schandalen van afgelopen jaren zijn er vooral veel smetten op het blazoen van die accountant. Want terwijl de ‘big four’ de voorpagina’s halen, en lang niet altijd in positieve zin, werken er in het land ook vele honderden anonieme mkb-accountants.
 
Kwaliteit waarborgen
“Juist zij hebben nauwe banden en onderhouden directe contacten met de cliënt”, vertelt Kloppenburg. “Die op zijn beurt over het algemeen vol lof is over hun werk. Ook dat wilden we laten zien, na alle affaires, de onthullingen over zakkenvullers, de schandalen. De gewone klant is enthousiast over zijn gewone accountant. En dat een registeraccountant zijn titel inlevert, terwijl die juist de kwaliteit zou moeten waarborgen, is natuurlijk tekenend. Ik zet echt geen vraagtekens bij de intenties van de politiek en de Autoriteit Financiële Markten. Maar toch krijg je dus ook deze effecten van nog meer en nog strengere regelgeving.”
 
Mkb ander kaliber
In het mkb zijn de vraagstukken van een heel ander kaliber dan bij de grote, vooral ook juridisch en op dossiers ingestelde, kantoren. Realiseert Margreeth Kloppenburg zich na de 25 interviews die zij in het land afnam. Minder schandalen ook, al waren afgelopen jaren ook de kleinere spelers niet allemaal brandschoon. “In het mkb moeten accountants veel directer aangeven waar de grenzen van het betamelijke liggen. Een van de geïnterviewden had het er erg moeilijk mee als klanten over de schreef dreigden te gaan. ‘Dat mensen de boel moedwillig omzeilen, dat vind ik als eerlijk opgevoed mens erg zwaar’. De man was oprecht ontzet. Ik zag het in zijn ogen, merkte het aan zijn woorden. Als professional deed het hem elke keer weer  pijn dat niet alle cliënten het even nauw met de waarheid namen.”
 
Uit schulp
De beroepseer moet terug, is de conclusie van de schrijvers Thijs Jansen en Margreeth Kloppenburg. Om dat te bereiken, moeten accountants uit hun schulp kruipen. Want juist door alle schandalen zitten ze al tijden in de hoek waar de klappen vallen. Op borrels is het allang niet meer hip om accountant te zijn…
 
“Ik sprak een dame die voor een kantoor werkte dat door de  AFM op ‘kwaliteit OOB organisaties’ werd onderzocht”, vertelt Margreeth Kloppenburg. “Vanwege afwezigheid van aantoonbare plannen deed de autoriteit geen uitspraak. Buitenstaanders denken dan al snel: ‘Wegblijven daar, wat een ballentent!’ Vooroordeel. Want deze vrouw was en is een echte professional, voorbeeld voor de beroepsgroep. Weer eens een voorbeeld van accountants die het goed willen doen, maar vermalen worden door de straffe hand van de AFM..”
 
Iets met accountants
Eerder schreef Kloppenburg in de reeks van Stichting Beroepseer over docenten en werknemers in de zorg. Ze studeerde taalkunde, maar heeft toch ook al sinds heel jong “iets met accountants.” Een allesbehalve saaie sector, meent ze. “Mijn vader was een onverzekerde boer, hier in Groningen. Ik was twee jaar, toen hij stierf. Vader bleek al zijn geld te hebben geïnvesteerd in een zadenhandel, om ons gezin van extra inkomsten te voorzien. Een zadenhandel van een zakenrelatie, een dorp verderop. Mede daarom leek alles betrouwbaar. Maar het geld bleek verdwenen, spoorloos. En wij, achterblijvers, moesten jaren van een weduwe- en wezenuitkering rondkomen. Met een accountant erbij was het nooit zo gegaan. Spookte het door mijn hoofd toen ik al die 25 professionals voor ons boek sprak. Je hebt mensen nodig die opletten. Mensen die onderzoeken of zaken wel eerlijk verlopen.”