‘Little evidence’ dat digitalisering voor overheden leidt tot verdere besparingen op personeel
Volgens de Britse Rekenkamer worden de beloften van verdere besparingen op personeel door digitalisering van de overheidsdienstverlening waarschijnlijk niet waargemaakt.
In een nieuw rapport van de National Audit Office getiteld Central Government Staff Costs, worden vier casus besproken: de Britse Belastingdienst, het ministerie van Defensie, het ministerie van Transport en het Department for International Development (DfID). Het NAO ziet over de afgelopen vijf jaren wel besparingen in kosten en aantallen medewerkers, maar stelt grote vraagtekens bij de duurzaamheid van deze resultaten op langere termijn, zeker wat de kosten betreft.
"De gerealiseerde bezuinigingen zijn niet planmatig genoeg geweest om te kunnen garanderen dat deze samen met geplande verdere besparingen ook houdbare effecten zullen sortereren, zonder dat de dienstverlening daar ernstig onder gaat lijden.” De Centrale Overheid zou meer moeten doen om de betrokken instanties bij de verdere digitalisering te helpen, vooral om het risico van een nijpend tekort aan vitale kennis en vaardigheden te mitigeren.
Meer digitale diensten, meer self-service door burgers en snellere verwerking van gegevensstromen hebben op zich niet geleid tot de verwachte verlaging van de personeelskosten bij lagere overheden, zo blijkt – waarschijnlijk omdat goedkopere jonge ambtenaren vervangen zijn door minder, maar duurdere senioren. Het aandeel ‘middle management’ steeg van 26 naar 30%, terwijl het aandeel van ambtenaren met lagere schalen daalde van 46 naar 40%. Dit effect werd duidelijk veroorzaakt door de introductie van nieuwe procedures en processen die meer digitale skills vereisen. Ook de gestage stijging van de gemiddelde leeftijd van de Britse ambtenaar ziet de NAO als extra risico.