Last van rectumprolaps? Uitgaven voor Tena Lady aftrekbaar
Een vrouw heeft in haar aangifte IB/PVV voor het jaar 2014 specifieke zorgkosten in aanmerking genomen. Zij heeft onder meer kosten gemaakt in verband met de aanschaf van latex handschoenen en Tena Lady.
De kosten voor de latex handschoenen zijn naar het oordeel van de rechtbank terecht niet door verweerder geaccepteerd. Dit product is niet van een zodanige aard dat het hoofdzakelijk door zieke of invalide personen wordt gebruikt.
De kosten voor de Tena Lady zijn naar het oordeel van de rechtbank ten onrechte niet geaccepteerd. Dit product is wel van een zodanige aard dat het hoofdzakelijk door zieke of invalide personen wordt gebruikt. De rechtbank oordeelt op dat punt: “Eiseres heeft onweersproken gesteld dat zij last heeft van incontinentie en een rectumprolaps. Voor de rechtbank staat dan ook vast dat eiseres de uitgaven voor Tena Lady heeft gedaan in verband met deze aandoeningen. Daarbij acht de rechtbank dit hulpmiddel van een zodanige aard dat het hoofdzakelijk door zieke of invalide personen wordt gebruikt. Niet valt in te zien waarom Tena Lady anders zou worden behandeld dan de in de wetsgeschiedenis aangehaalde voorbeelden. Het gaat immers niet louter om hulpmiddelen die iemand in staat stelt om een normale lichaamsfunctie te verrichten. De niet onderbouwde stelling van verweerder dat 70% van de oudere dames dergelijke producten gebruikt, doet er niet aan af dat voldaan wordt aan de vereisten die artikel 6.17 van de Wet IB 2001 aan uitgaven voor een ander hulpmiddel stelt. De rechtbank is dan ook van oordeel dat de uitgaven die eiseres ten behoeve van de Tena Lady heeft gedaan voor aftrek in aanmerking dienen te worden genomen.”