‘Kwart accountants past earnings management toe’

Accountants vinden alle motieven en vormen voor earnings management (winststuring) onverantwoord, maar een kwart van de respondenten die deelnamen aan een onderzoek door het lectoraat Accountancy & Controlling van Hogeschool Windesheim geeft aan earnings management wél toe te passen.

In het maatschappelijk verkeer heeft het begrip earnings management veelal een negatieve klank. Daarmee kan het de reputatie van de accountant schade toebrengen. De vraag is of de accountant zich hiervan bewust is en hoe de accountant hier vanuit beroepsethisch oogpunt naar kijkt en/of mee omgaat/wil omgaan. Om hier antwoord op te kunnen geven, is de vraag ‘Waar liggen volgens de accountants en haar cliënten de ethische grenzen van earnings management?’ in dit onderzoek centraal gesteld. De onderzoekers van het lectoraat Accountancy & Controlling van Windesheim benaderden 1854 RA’s en 315.859 ondernemingen middels een schriftelijke vragenlijst.

De onderzoeksresultaten tonen onder meer aan dat bij zowel de accountants als cliënten ongeveer een kwart van de respondenten aangeeft earnings management toe te passen. Volgens de onderzoekers is dit – gezien de directe vraagstelling ‘past u earnings management toe?’- opvallend. Formeel passen ondernemingen namelijk altijd earnings management toe en de accountant nooit. De ondernemingsleiding stelt immers de jaarrekening op en laat deze controleren door de accountant. Het loopt anders bij samenstelopdrachten. Dan past de accountant wel earnings management toe, maar doet dit dan namens de cliënt.

Initiatief

De mening over wie initieert in het toepassen van earnings management is bij beide onderzoeksgroepen verschillend. Het merendeel van de accountants (81,5%) geeft aan dit evenveel als de cliënt te doen en 7,4% van de accountants geeft aan dat het initiatief hiertoe van de accountant zelf komt. Van de cliënten geeft 57,9% aan dit in hun ogen evenveel als de accountant te doen en in 21,1% van de gevallen wordt het initiatief volgens de cliënten door de accountant alleen genomen. Hieruit kan geconcludeerd worden dat de accountants en cliënten openlijk uitkomen voor de toepassing van earnings management, maar zich bij de vraag wie initieert verschuilen achter de ander.
 
‘Onverantwoord’

Opvallend is dat de accountants alle motieven en vormen voor earnings management (zeer) onverantwoord vinden, terwijl een kwart van de respondenten in dit onderzoek aangeeft earnings management toe te passen.

Reputatie

De meningen van de accountants en cliënten liggen in dit onderzoek op het gebied van reputatie uiteen. Niet alleen de mening over het fenomeen earnings management is verschillend (bijna de helft van de accountants vindt het niet passen bij de gedragscode en meer dan de helft van de cliënten vindt dat het in het belang van de onderneming kan zijn), ook de mening met betrekking tot de reputatie van het accountantsberoep zit niet op één lijn. Als wordt ingezoomd op het beeld van het accountantsberoep, dan geeft 69,6% van de accountants aan dat earnings management volgens hen implicaties heeft voor het beeld van hun beroep, terwijl 77% van de cliënten vindt dat het geen invloed heeft op het beeld. Wanneer wordt doorgevraagd op de mogelijke implicaties van earnings management voor de reputatie van zowel accountants als cliënten bij het maatschappelijk verkeer, dan leggen de accountants meer de link met negatieve beeldvorming van hun beroep en hun gedragscode. Cliënten zijn meer gericht op de beeldvorming bij externe partijen (zoals leveranciers en banken).

 Van earnings management naar earnings society

Gerelateerde artikelen