Klimaatverandering verovert een plekje in het jaarverslag
Door Prof. Dick de Waard RA
Inleiding
Sinds 2015 hanteert de Verenigde Naties de Sustainable Development Goals (SDGs). Dit zijn 17 doelstellingen op het gebied van gelijke verdeling van welvaart, gelijke behandeling van en gelijke kansen voor mensen en bescherming van de planeet. Als het gaat om de bescherming van de planeet, is in het kader van deze bijdrage SDG 13 relevant: “Take urgent action to combat climate change and its impacts”. De redactie van deze doelstelling suggereert een brandend platform. Klimaatverandering wordt gezien als een groot risico. Omdat ondernemingen een breed gedragen rol wordt toegedicht in de realisatie van (een belangrijk deel van) de SDGs, is het interessant om in de jaarverslagen van ondernemingen na te gaan of en op welke wijze zij invulling geven aan hun bijdrage aan de realisatie van specifiek deze doelstelling. Is sprake van samenhangende informatie die inzicht geeft in de feitelijke doelen, acties en uitkomsten, of heeft de informatievoorziening door ondernemingen de kenmerken van een streven naar legitimatie? Het in deze bijdrage beschreven onderzoek is verricht op de jaarverslagen (het annual report 2017) van ondernemingen die zijn genoteerd aan de AEx en AMx. Op het moment dat dit onderzoek werd uitgevoerd hadden vijf ondernemingen hun jaarrekening/jaarverslag nog niet via Internet gepubliceerd. Het onderzoek is om die reden uitgevoerd op 45 beursgenoteerde ondernemingen in Nederland. De waarnemingen in dit onderzoek beperken zich tot de informatie die is opgenomen in de jaarverslagen van de betrokken ondernemingen. Daarmee kan geen uitspraak worden gedaan over de feitelijke activiteiten van deze ondernemingen op het gebied van de beperking van hun CO2-impact, maar over dat wat zij daarover hebben opgenomen in het jaarverslag.
Het onderzoek is ingericht conform de cyclus: risicoanalyse, strategievorming, doelen stellen, realisatie van de doelen en analyse van de uitkomsten. Dit houdt in, dat door een inhoudsanalyse in de jaarverslagen is onderzocht in hoeverre klimaatverandering deel uitmaakt van de risicoanalyse van de onderneming, of en hoe klimaatverandering is opgenomen in de strategie van de onderneming en tot welke concrete lange en korte termijn doelen dit heeft geleid. Vervolgens is in kaart gebracht of en op welke wijze informatie wordt gegeven over de feitelijke uitstoot van broeikasgassen en tot welke analyses dit heeft geleid. Tenslotte is onderzocht of aanvullende analyses worden gemaakt vanuit actuele frameworks ten aanzien van de monetarisering van de impact van ondernemingen op het klimaat en van klimaatverandering. In Tabel 1 zijn de uitkomsten van dit onderzoek gecomprimeerd weergegeven. Aansluitend worden deze uitkomsten vanuit iedere fase in de cyclus nader toegelicht. Tenslotte wordt in de conclusie paragraaf ingegaan op de samenhang in deze uitkomsten.
Risicoanalyse
Volgens artikel 2 BW 391:1 dient het bestuursverslag van een onderneming onder meer een beschrijving te bevatten van de voornaamste risico’s en onzekerheden waarmee de rechtspersoon wordt geconfronteerd. In dit artikel is tevens geregeld, dat in het bestuursverslag – indien dit het inzicht ten goede komt – ook informatie wordt verstrekt over milieugerelateerde aangelegenheden. De impact op klimaatverandering varieert per onderneming, maar uit het onderzoek komt naar voren, dat zes van de 45 ondernemingen in de risicoanalyse gericht aandacht besteden aan klimaatverandering, weer zes andere ondernemingen gaan hier (zeer) beknopt op in en het overgrote deel – bijna driekwart van de ondernemingen – besteedt in de risicoanalyse hieraan geen aandacht.
Tabel 1 – Overzicht aandacht voor klimaatverandering in jaarverslagen 2017 AEx en AMx
Daar waar ondernemingen aandacht hebben voor klimaatverandering vanuit het risicoperspectief, betreft dit nog overwegend de impact van de activiteiten van de onderneming op het klimaat en in zeer beperkte mate de impact van klimaatverandering op de activiteiten van de onderneming. In het TCFD rapport (TCFD, 2017) is uitgewerkt dat klimaatverandering door tal van (afgeleide) factoren een materiële impact op de strategie van de onderneming kan hebben. Dit kan leiden tot concrete risico’s waar de onderneming aandacht aan dient te besteden, zie ook hierna.
Strategie
Als van ondernemingen wordt verwacht dat zij een belangrijke bijdrage kunnen leveren aan de realisatie van de Sustainable Development Goals, dan is de vraag gerechtvaardigd of ondernemingen bij het uitwerken van hun strategie ook concreet rekening houden met deze SDGs. Uit de analyse van de jaarverslagen blijkt, dat veel ondernemingen de SDGs in het vizier hebben, hetgeen bij negen ondernemingen leidt tot een min of meer uitgebreide toelichting op de relatie tussen diverse SDGs en de activiteiten van de onderneming. Bij 22 ondernemingen blijft dit nog beperkt tot een beknopte verwijzing naar de SDGs als geheel en bij 14 ondernemingen wordt in het geheel geen aandacht besteed aan de SDGs.
Prof. dr. Dick de Waard RA is hoogleraar Auditing bij de vakgroep Accountancy van de Rijksuniversiteit Groningen
Los van de relatie met de SDGs is onderzocht in welke mate de ondernemingen in de toelichting bij de strategie van de onderneming aandacht besteden aan de impact van de onderneming op klimaatverandering, en dan blijkt dat dit evenredig is verdeeld. Een derde (15) van de ondernemingen gaat hier min of meer uitgebreid op in (waarbij overigens wel een duidelijke relatie met de SDGs wordt gelegd), terwijl een derde klimaatverandering slechts benoemt als een vraagstuk en een derde in het geheel geen aandacht hieraan besteedt. Ondanks dat de exacte verdeling iets afwijkt, komt dit redelijk overeen met de aandacht die ondernemingen besteden aan de SDGs.
De ondernemingen die ruim aandacht besteden aan het belang van klimaatverandering geven tevens uitgebreide kwalitatieve toelichtingen bij de acties die de onderneming plant om te komen tot de reductie van CO2-uitstoot.
Doelen stellen
De strategie wordt geconcretiseerd in heldere doelstellingen voor de korte en lange termijn. Opneming van de doelstellingen in het jaarverslag geeft inzicht in de concreetheid van de strategie en biedt een mogelijkheid voor analyse ten opzichte van de realisatie.
De doelen van de ondernemingen die deze hebben toegelicht, zijn uitgedrukt in tonnen CO2-uitstoot maar vooral in een percentage te reduceren CO2-uitstoot. Dit betreffen over het algemeen vooral de lange termijn doelen die moeten zijn gerealiseerd in 2025 of 2030. Ongeveer de helft van de ondernemingen (24 van de 45) licht hun lange termijn doelen toe en iets minder dan de helft daarvan (10 van de 45 ondernemingen) geeft ook informatie over de korte termijn doelen. Hiervan geven negen ondernemingen informatie over zowel de lange als korte termijn doelen en geeft één onderneming uitsluitend informatie over de korte termijn doelen. In de situatie dat de korte termijn doelen niet zijn gegeven, is niet vast te stellen of de onderneming op koers ligt.
In veel jaarverslagen is – veelal in het eerste deel van het verslag – een overzicht opgenomen met relevante kengetallen (KPIs). Dit overzicht laat zien welke kengetallen de ondernemingsleiding van belang vindt. In dit overzicht is in 11 van de gevallen ook de CO2-uitstoot of CO2-reductie als KPI opgenomen. Dit betreffen vooral de ondernemingen die klimaatverandering ook als belangrijk strategisch thema hebben toegelicht. Van deze ondernemingen hebben er zes ook inzicht gegeven in zowel de korte als lange termijn doelen en hebben drie inzicht gegeven in de lange termijn doelen, de resterende twee hebben alleen een KPI opgenomen.
Realisatie
Tenslotte zal in het jaarverslag informatie moeten worden gegeven over de feitelijke uitkomsten. In het geval van klimaatverandering draait dit met name om de prestaties van de onderneming op het gebied van de reductie van CO2-uitstoot. Wat opvalt in de analyse is dat van de 13 ondernemingen die geen inzicht geven in de uitkomsten 2017, er 11 in het geheel niets schrijven over klimaatverandering en de rol van de onderneming ter zake. Daar staat tegenover dat van de 26 ondernemingen die de uitkomsten van 2017 vermelden en nader toelichten, er 11 (met name de ondernemingen die klimaatverandering zien al strategisch vraagstuk) in een separate paragraaf in het jaarverslag op dit vraagstuk en de realisatie ingaan. Dit zijn met name de ondernemingen die klimaatverandering zien als strategisch vraagstuk.
Om te kunnen waarnemen wat de waarde is van de gerealiseerde uitstoot, is het relevant om de uitkomsten van 2017 te plaatsen in een historisch perspectief. In 17 van de onderzochte verslagen zijn vergelijkende cijfers niet gegeven en in 14 van de verslagen wordt daarentegen inzicht verschaft in het verloop van de uitkomsten over een langere periode. Wat echter in vrijwel alle verslagen ontbreekt, is een analyse van de gerealiseerde uitstoot ten opzichte van het activiteitenniveau van de onderneming. Informatie over de productieomvang en het aantal productielocaties kan worden gebruikt voor het bepalen van een relatieve CO2-uitstoot.Hiermee wordt het inzicht in de feitelijke waarde van de gerealiseerde CO2-uitstoot vergroot.
De kern van de uitkomsten van het onderzoek is derhalve dat concrete informatie omtrent de uitstoot in tonnen en in reductiepercentages in veel verslagen wordt gepresenteerd, maar dat de nadere toelichting niet het gewenste inzicht in de feitelijke waarde van deze uitkomsten verschaft.
Aanvullende informatie
De invloed van een onderneming op het klimaat reikt verder dan alleen de uitstoot van broeikasgassen door de verbranding van fossiele brandstoffen. Ondernemingen dienen bij het beoordelen van de kwaliteit en maatschappelijke impact van hun activiteiten oog te hebben voor de keten waarbinnen zij opereren. Door het Greenhouse Gas Protocol Initiative is een eenvoudig verslaggevingsraamwerk uitgewerkt om inzicht te geven in de invloed van de onderneming binnen de keten: het GHG Protocol. Dit raamwerk is uitgewerkt in 3 scopes voor uitstoot van broeikasgassen, waarbij onder scope 1 de directe uitstoot door verbranding van fossiele brandstoffen wordt gepresenteerd. Onder scope 2 wordt de indirecte CO2-uitstoot gepresenteerd door elektriciteitsgebruik (de uitstoot van CO2 vindt dan plaats bij de energieproducent) en onder scope 3 wordt inzicht gegeven in de indirecte CO2-uitstoot door inkoop van diensten en producten bij derden. In de helft van de jaarverslagen (22 van de 45 verslagen) is de CO2-uitstoot in meer of mindere mate gepresenteerd met gebruikmaking van het raamwerk van het GHG Protocol, waarbij het slechts in enkele gevallen voorkomt dat het hele raamwerk wordt benut. Met name de informatie over scope 3 blijft achterwege.
Tenslotte is onderzocht in hoeverre ondernemingen een prijskaartje hangen aan klimaatverandering. Dit prijskaartje heeft twee dimensies. De eerste dimensie is de maatschappelijke schade die wordt veroorzaakt door de uitstoot van broeikasgassen: pricing. De tweede dimensie is de financiële impact van klimaatverandering op de onderneming zelf: climate-related financial disclosures. Er zijn slechts vier ondernemingen die informatie geven over pricing. Deze toelichtingen variëren van een korte beschrijving tot een uitgebreide toelichting bij de werkwijze en het concreet noemen van de gehanteerde prijs per ton CO2. Deze ondernemingen rapporteren hun CO2-uitstoot ook met gebruikmaking van het GHG Protocol.
Het rapport dat door Taskforce Climate-related Financial Disclosures (TCFD) is uitgebracht, is van zeer recente datum (medio 2017). De zeven ondernemingen die een (uitgebreide) toelichting vanuit dit raamwerk geven, gaan – conform het door de TCFD gepresenteerde model – in op de governance structuur, strategie, risicoanalyse en kwantificering van de CO2-impact op de (waarde van de) onderneming, vooralsnog zonder tot (de toelichting bij) eventuele impairments te komen. Drie van de ondernemingen die informatie opnemen over pricing, geven een toelichting over het TCFD-model. Daarnaast rapporteren vijf van ondernemingen die het TCFD-model toelichten hun CO2-uitstoot met gebruikmaking van het GHG Protocol. Drie van de zeven ondernemingen die informatie opnemen over het TCFD-model zijn financiële instellingen. De andere vier betreffen grote productieondernemingen.
Conclusie
Alles overziend kan worden geconcludeerd, dat klimaatverandering een eigen plek begint te krijgen in de jaarverslaggeving van ondernemingen. Daarbij zijn wél nog grote verschillen zichtbaar tussen de diverse ondernemingen uit de onderzoeksgroep. De aan de AEx genoteerde ondernemingen geven over het algemeen beduidend meer informatie dan de aan de AMx genoteerde ondernemingen. Uit dit onderzoek komt naar voren dat zichtbaar sprake is van een kleine groep ondernemingen die zich onderscheidt van de rest. Bij deze ondernemingen is duidelijk sprake van informatievoorziening over de gehele cyclus van risicoanalyse tot uitkomsten en analyse. Uiteraard is ook hier nog ruimte voor verbeteringen en verdere optimalisatie.
Daarnaast is bij het grootste deel van de ondernemingen sprake van enige onbalans. Deze groep ondernemingen geeft weliswaar veel informatie over de CO2-uitstoot zelf, maar veel minder over de risicoanalyse, de strategie en de doelen. Over het algemeen is nog sprake van weinig inzicht in de echte acties die zijn genomen om de uitstoot te verminderen en wordt onvoldoende inzichtelijk gemaakt wat nu de echte relatieve impact van de onderneming is op het gebied van klimaatverandering. Veel informatie betreft de impact van de onderneming op het klimaat en niet de impact van het klimaat op de onderneming. Ten aanzien van de feitelijke analyse van de uitkomsten in relatie tot de plannen en het verleden, wekt veel van de verslaggeving nog in sterke mate de indruk dat de concrete uitstoot na ommekomst van het jaar een uitkomst is die dan voor het eerst wordt vastgesteld. Op het gebied van het monetariseren van de impact en de risico’s moet nog veel gebeuren. Het ontbreken van een duidelijke relatie tussen de risicoanalyse, strategie en doelstellingen enerzijds en de uitkomsten anderzijds doet vermoeden dat bij een groot deel van de ondernemingen nog duidelijk sprake is van een streven naar legitimiteit.
Dit artikel is eerder verschenen in een speciaal themamagazine van de NBA, getiteld "Klimaat + de accountant in business". U kunt deze uitgave hier lezen.
Literatuur: TCFD (2017) Final report: Recommendations of the Task Force on Climate-related Financial Disclosures, June
GHG (2004) GHG Protocol Initiative: A Corporate Accounting and Reporting Standard, Revised edition. Greenhouse Gas Protocol, March