Kamer wil langere overgangstermijn digitale communicatie Belastingdienst
Digitaal communiceren biedt volgens Wiebes veel voordelen: het is veiliger, praktischer, goedkoper en sneller. Dat is Kamerlid Pieter Omtzigt (CDA) met hem eens, maar hij wijst wel op het gevaar dat gegevens gehackt kunnen worden. Helma Neppérus (VVD) vraagt zich af of er voldoende rekening wordt gehouden met de 14% belastingplichtigen die geen internet gebruiken, zoals ouderen en laaggeletterden. Zij moeten op papier aangifte kunnen blijven doen, vindt Farshad Bashir (SP). 40% van de 65-plussers gebruikt geen internet, stelt onafhankelijk Kamerlid Roland van Vliet. Maar Wiebes wijst erop dat 90% van hen nu al digitaal aangifte doet en dat dat aantal snel stijgt. Ook kunnen mensen terecht bij hulpbalies op een belastingkantoor, verzekert hij.
Ontvangstbevestiging berichten
Als mensen een bericht ontvangen van de Belastingdienst, kunnen ze daar met een e-mailnotificatie op worden geattendeerd. Die notificatieberichten moeten van Omtzigt een juridische status krijgen, zodat mensen bij een conflict met de Belastingdienst kunnen aantonen een bericht niet (op tijd) te hebben ontvangen. Bashir stelt voor om mensen een sms-notificatie te sturen. Dat wil Wiebes niet, want dat is niet gratis. Ed Groot (PvdA) zegt dat de berichtenbox van de Belastingdienst bij het grootste deel van de Nederlandse bevolking onbekend is. Hij wil dat papieren brieven pas verdwijnen als een bepaald percentage belastingplichtigen ermee bekend is. Wiebes zegt toe een streefpercentage te zullen formuleren.
Pleidooi voor langere overgangsperiode
De staatssecretaris wil in één jaar een volledige overgang van papieren naar digitale communicatie maken. Dat vindt Groot ‘erg ambitieus’. Met alle andere woordvoerders pleit hij voor een langere overgangstermijn. Wiebes vindt het tempo ‘zeer beheerst’. Hij wijst erop dat de digitalisering van de Belastingdienst al tien jaar gaande is. Bovendien wil hij voorkomen dat de dienst jarenlang twee systemen naast elkaar in de lucht moet houden.
De Kamer stemt 2 juli over het wetsvoorstel.
Lees ook: