Internationale cultuurverschillen beïnvloeden ‘professional skepticism’ accountants
Dit concluderen dr. Olof Bik RA (Associate Professor, Nyenrode Business Universiteit) en dr. Reggy Hooghiemstra (Associate Professor, Rijksuniversiteit Groningen). Bik en Hooghiemstra onderzochten de impact van zogenaamde ‘informele instituties’, oftewel onderliggende tradities, gebruiken, waarden, religie en ongeschreven sociale regels, op het professional skepticism van de accountant.
Professioneel-kritische instelling
Om een hoge controlekwaliteit te kunnen leveren moet een accountant volgens de internationale standaarden beschikken over een ‘attitude of professional skepticism’, oftewel een ‘professioneel-kritische instelling’. Een gebrek aan professional skepticism heeft veel van de bekende schandalen in de accountantswereld veroorzaakt. Om professional skepticism bij accountants te versterken wordt steeds meer gekeken naar mogelijkheden voor een internationale aanpak. Maar is zo’n aanpak wel mogelijk zonder rekening te houden met culturele verschillen tussen landen?
Bewustwording van culturele factoren
Bik en Hooghiemstra concluderen dat, voor het effectief versterken van professional skepticism op internationaal niveau, rekening moet worden gehouden met informele instituties. Bij het inrichten van trainingen, het delen van kennis en het stellen van standaarden zouden wetenschappers, accountantskantoren en regelgevers daarom voor verschillende delen van de wereld een verschillende aanpak moeten overwegen.
Bik zegt hierover: “Ons onderzoek laat zien dat herstel van vertrouwen in het accountantsberoep eerder gezocht moet worden in de bewustwording van de invloed van cultuur en andere gedragsbepalende factoren, dan in nieuwe regels op zichzelf. Accountants en hun toezichthouders moeten zich ervan bewust zijn dat er meer wegen naar Rome leiden, zonder dat daarmee de intentie van de regels geweld wordt aangedaan”.
1152 controleopdrachten in 29 landen
Een belangrijk aspect van professional skepticism is de manier waarop een accountant kijkt naar frauderisico’s. Bik en Hooghiemstra onderzochten dossierdata van 1152 controleopdrachten in 29 landen van een Big4-kantoor. Ze keken in het bijzonder naar de relatie tussen de beoordeling van frauderisico’s (als uiting van professional skepticism) en respectievelijk collectivisme, maatschappelijk vertrouwen, religiositeit en machtsafstand. Collectivisme is de mate waarin de groep belangrijk is ten opzichte van het individu; landen met een hoge mate van collectivisme zijn bijvoorbeeld Brazilië, China en Rusland. Met maatschappelijk vertrouwen wordt in dit kader bedoeld: de mate waarin individuen geloven dat ze van anderen op aan kunnen. En machtsafstand wordt gedefinieerd als: de mate waarin personen verwachten en accepteren dat macht geconcentreerd is op een hoog niveau.
De invloed van collectivisme, maatschappelijk vertrouwen, religiositeit en machtsafstand
De bevinding dat professional skepticism lager is in landen met meer collectivisme en een groter maatschappelijk vertrouwen lag in de lijn van hun verwachtingen. In de literatuur hierover werd al gesuggereerd dat mensen in een collectivistische cultuur minder geneigd zijn moeilijke vragen te stellen en dat ze minder vertrouwen op hun eigen persoonlijke oordeel. En zoals de onderzoekers verwachtten was er een positief verband tussen professional skepticism en religiositeit. Een empirische bevestiging van de theorie dat individuen die in hoge mate religieuze waarden naleven, meer waarde hechten aan eerlijkheid en ethiek en tegelijkertijd conservatiever en meer risicomijdend zijn. Ze vonden echter geen relatie tussen professional skepticism en machtsafstand. Hier spreken hun onderzoeksresultaten dus de theorie tegen dat accountants in landen met meer machtsafstand, zoals Argentinië, China, Duitsland en Rusland, eerder zullen toegeven aan druk van klanten en minder kritische vragen zullen stellen.
Implicaties van het onderzoek
Bik en Hooghiemstra voorzien verschillende implicaties van hun onderzoek. Een ‘one-size-fits- all’ -benadering van internationale accountantskantoren om het professional skepticism van audit teams te versterken kan alleen effectief zijn als rekening wordt gehouden met het effect van informele instituties. Bij standaarden voor group-audits verdient het aanbeveling om expliciet advies te geven over de manier waarop moet worden omgegaan met culturele verschillen in het team. Het onderzoek geeft een empirisch bewijs voor wat in theorie al werd gedacht: dat externe omgevingsfactoren verschillen tussen landen en een impact hebben op het oordeel van de accountant.
Partnerbetrokkenheid en culturele verschillen
Eerder onderzochten Bik en Hooghiemstra de relatie tussen nationale cultuur en de mate van betrokkenheid van de verantwoordelijke accountant in het audit team. De tijd die de verantwoordelijk partner besteedt aan een audit wordt namelijk gezien als een indicator van de auditkwaliteit. In dat onderzoek, gebaseerd op unieke toegang tot 2251 controleopdrachten in 50 landen, kwamen ze tot de conclusie dat de betrokkenheid van de verantwoordelijk partner samenhangt met cultuurverschillen in machtsafstand, collectiviteit en risicomijdend gedrag. Ook bij het stellen van standaarden op het gebied van de gewenste mate van betrokkenheid van verantwoordelijke partners moet volgens de onderzoekers dus rekening gehouden worden met culturele verschillen tussen landen. Het artikel over dit onderzoek, “The Effect of National Culture in Auditor-in-Charge Involvement”, wordt gepubliceerd in het toonaangevende Amerikaanse wetenschappelijke tijdschrift “Auditing: A Journal of Practice & Theory”.