‘Hardleerse’ Kubus-RA voor 1,5 jaar geschorst
Zaaknr. 18/1403
De Raad van Toezicht van de NBA had het werk van de accountant drie keer – twee periodieke toetsingen, een hertoetsing – onderworpen aan een kwaliteitsinspectie. Zelfs bij de derde keer schoot de man nog steeds behoorlijk tekort, aldus de beroepsorganisatie. Reden om het tuchtcollege te vragen om een maatregel.
Bij de toetsingen is volgens de NBA in alle dossiers ‘een groot aantal tekortkomingen’ geregistreerd.
Tijdens de zitting eind december vorig jaar stonden de dossiers van de laatste (periodieke) toetsing centraal – twee controles en een samenstellingsopdracht. Waaraan het volgens de NBA steeds ontbrak was adequate dossiervoering. “De schriftelijke vastlegging schiet tekort, waardoor de story of the audit sterk te wensen over laat. Er is sprake van een soort zoekplaatje,” schetste een van de advocaten van de beroepsvereniging destijds.
Tijdens de zitting tot in detail op de manco’s in de getoetste dossiers ingaan, voerde volgens deze pleiter te ver. Daar dacht het tuchtcollege duidelijk anders over. Het gremium vroeg zich af waarom de advocaat niet uitgebreid was ingegaan op het verweer van de RA en kwam daarom zelf met een trits aanvullende vragen. Kwesties als verouderde opdrachtbevestigingen, het ontbreken van bankafschriften en opbrengstverantwoordingen en frauderisico’s.
Op de meeste vragen had de accountant wel een antwoord, maar op de daaropvolgende vraag waarom dit dan niet in de dossiers was opgenomen, moest de RA meestal volstaan met het antwoord dat dit inderdaad ‘beter had gekund’.
Volgens de accountant was dat echter niet waar het om zou móeten gaan. Cruciaal volgens hem: er was nog nooit iemand – uit het maatschappelijk verkeer – die had geklaagd. Daar zit hem volgens de NBA en het tuchtcollege nu net de kneep. De RA persisteert dat hij aan veel voorschriften heeft voldaan, er niemand heeft geklaagd, zijn werk goed bruikbaar is en ‘op grond van dat alles aan de kwaliteitseisen is voldaan’. Dat is volgens het vonnis een misvatting.
Los van de wijze waarop opdrachten worden uitgevoerd is een stelsel van kwaliteitsbeheersing ter bescherming van het maatschappelijk verkeer en de beroepsgroep tegen misslagen van een individuele accountant noodzakelijk. Opzet en werking van dat stelsel moeten aan de eisen van de Wab voldoen. Door telkens te benadrukken dat hij zijn werk naar behoren heeft verricht omdat er niemand klaagt en zijn werk voldoet miskent de RA de noodzaak van zo’n deugdelijk kwaliteitsstelsel, schrijft het tuchtcollege.
Volgens de Raad van Toezicht van de NBA mankeert er binnen de accountantspraktijk van de RA van alles aan het kwaliteitsstelsel. Er is geen onafhankelijkheids-functionaris en onafhankelijkheidsregeling, cliëntacceptatieformulieren en checklists worden niet goed ingevuld, de controle van PE-activiteiten schiet tekort. De Accountantskamer geeft de controleurs hierin gelijk.
De RA vergoelijkte dit met capaciteitsgebrek. Ook daarmee miskent hij volgens de tuchtrechters het belang van een goed kwaliteitsstelsel.
Aan de getoetste samenstellings- en controleopdrachten mankeerde eveneens veel, variërend van onvoldoende controle-informatie om banksaldi van opvolgende jaren op elkaar aan te sluiten en ter onderbouwing van een (goedkeurende) controleverklaring tot het onderbelicht blijven van de kwalitatieve aspecten bij de bepaling van materialiteit.
Al met al voldoende om de inschrijving van de RA in de registers voor 1,5 jaar te schrappen. Daarbij weegt voor de tuchtrechters zwaar mee dat er sprake is van een recidive waarbij ‘hij het stelsel in vergaande mate niet op orde had en wel zodanig dat de situatie waarin de praktijk zicht bevindt, zeer zorgelijk is’. Ook heeft de man volgens het vonnis ‘niet of nauwelijks inzicht getoond in de zeer zwakke kwaliteit van zijn (assurance)werkzaamheden die hij met onvoldoende professioneel-kritische instelling heeft uitgevoerd’.
Auteur: Jan Smit/Juridisch Persbureau Zwolle