Grootste pensioenfonds herziet governance: benoemt onafhankelijke Board
Het Japanse Government Pension Investment Fund krijgt eindelijk een onafhankelijk management comittee, dat moet toezien op het investeringsbeleid.
Het pensioenfonds voor Japanse ambtenaren ($1,1 biljoen in beheer) krijgt na lang aarzelen een tienkoppige onafhankelijke raad van toezicht, die verantwoordelijk wordt voor besluitvorming rond en toezicht op hoe het fonds zijn assets investeert.
Het Japanse ABP is het grootste pensioenfonds ter wereld. In oktober 2014 verdubbelde het zijn investeringen in aandelen, op advies van een specifiek daarvoor door premier Abe benoemd ‘panel’ van externe deskundigen. Abe wilde het fonds moderniseren, dat al ruim 15 jaar worstelt met de Japanse deflatie. Een tweede advies van die groep was dat het fonds een onafhankelijke ‘board of directors’ zou moeten aanstellen, en de verantwoordelijkheid voor investeringsbeleid en toezicht zou moeten scheiden. Met het nieuwe ‘management committee’ implementeert het GPIF deze aanbeelding.
Die commissie zal één vertegenwoordiger van de arbeiders krijgen, een van de Japanse werkgevers en ten minste één full time lid kennen. De leden worden voor een periode van vijf jaar aangesteld. De huidige chief investment officer van GPIF, Hiromichi Mizuno, kan vergaderingen bijwonen, maar is géén lid.
Qua governance kende het GPIF tot op heden eigenlijk een eenkoppige leiding, in de persoon van de voorzitter Takahiro Mitani. Door de instelling van de nieuwe Board wordt een meer westerse ‘collegiate’ stijl van leidinggeven geïntroduceerd, zoals het Abe-team voorsdtelde.
GPIF meldde voor het derde kwartaal van dit jaar het grootste verlies sinds 2008, omdat dalende beurskoersen $64 miljard aan waarde in lucht deed opgaan.