Financiële sector verwacht hoog rendement op fintech-investering
Dat blijkt uit het PwC-rapport ‘Redrawing the lines: FinTech’s growing influence on Financial Services’.
Het onderzoek werd gehouden onder ruim 1.300 topmanagers van financiële instellingen en fintechs in 71 landen. Fintech-nieuwkomers zetten de financiële sector op zijn kop. Dankzij slimme innovaties op het gebied van blockchain, biometrie, kunstmatige intelligentie, identiteit- en toegangsbeheer en mobiel betalen maken zij dezelfde diensten goedkoper, gemakkelijker en sneller.
De gevestigde orde voelt de hete fintech-adem in de nek: 88 procent van de respondenten verwacht een substantieel deel van hun business te verliezen aan nieuwkomers. Ze denken dat ze gemiddeld een kwart van hun omzet kunnen kwijtraken aan fintech-bedrijven.
De sector zoekt daarom massaal samenwerking. Ruim vier op de vijf (82 procent) wil samenwerken met fintech-bedrijven in de komende drie tot vijf jaar. Een derde (31 procent) koopt diensten van fintech-bedrijven (2016: 22 procent). Het aantal partnerschappen steeg van 32 naar 45 procent in vergelijking met 2016. Van de Nederlandse financials gaat momenteel al 65 procent partnerschappen aan met fintechs. PwC schat in dat dat er de afgelopen vier jaar wereldwijd al circa 40 miljard dollar is geïnvesteerd in fintech-nieuwkomers.
Fintech amper bijbenen
Voor een succesvolle samenwerking moeten financiële dienstverleners hun bestaande IT-systemen integreren met technologieën op het gebied van bijvoorbeeld data-analyse en mobile. Drie op de vijf respondenten ondervinden in hun samenwerking met fintechs problemen rondom het (veilig) aan elkaar koppelen van IT-systemen.
‘De IT-systemen van financiële dienstverleners kunnen die van fintech-bedrijven amper bijbenen’, zegt Eugénie Krijnsen, partner bij PwC en specialist in fintech. ‘Banken en verzekeraars moeten een stapje extra zetten, zodat er sneller een ecosysteem ontstaat waarop fintech-bedrijven kunnen inhaken.’
Onder respondenten scoort blockchain hoog: 77 procent geeft aan het in 2020 te gebruiken in hun processen en systemen. Dat komt onder andere omdat de bekendheid ervan toeneemt en het nuttig is voor kernprocessen van financiële dienstverlening zoals betaal- en handelssystemen en digitale toegang en identiteit. Momenteel wordt er vooral veel geïnvesteerd in data analytics en mobile.
Meer onderling begrip
Volgens Krijnsen groeit het onderlinge begrip tussen de twee partijen. ‘Nieuwkomers krijgen via grote financiële instellingen toegang tot kapitaal en klanten. Traditionele partijen beginnen op hun beurt te begrijpen hoe fintech de klantervaring kan verbeteren en versneld een einde kan maken aan verouderde systemen.’
Een andere oorzaak voor de toename van partnerships en overnames ligt in het feit dat financiële dienstverleners zelf veel moeite hebben om personeel met fintech-vaardigheden te vinden. Ruim vier op de vijf Nederlandse financials heeft hier problemen mee. Dergelijke bedrijven naar Nederland halen, lijkt hen echter geen probleem: negen op de tien ziet Nederland als aantrekkelijke thuisbasis voor fintechs.
Regelgeving als belemmering én vooruitgangsmotor
De financiële sector ziet regelgeving als belemmering voor technologische innovatie en als bron van onzekerheid. Vooral regelgeving op het gebied van dataopslag en privacy (54 procent) en digitale identiteitsverificatie (50 procent) beschouwen zij als barrières voor innovatie. ‘Nieuwkomers hebben minder last van legacy of een duur kantorennetwerk, vallen niet onder dure cao’s, hebben vaak een lichtere licentie en daarmee minder regeldruk’, aldus Krijnsen.
Toch hoeft regelgeving geen belemmering te zijn. Met regtech-oplossingen (het inzetten van technologie, zoals robo advice en process mining, bij het naleven van wetten en richtlijnen) kunnen banken, verzekeraars en pensioenuitvoerders snel reageren op wettelijke vereisten. Daarnaast kan regelgeving ook als vooruitgangsmotor werken. Het kan concurrentie, transparantie, lagere kosten en gebruiksgemak bevorderen. Denk bijvoorbeeld aan de Payment Services Directive (PSD2), wat open banking bevordert.
Ten slotte roept Krijnsen de sector op om de dialoog met de toezichthouder te blijven voeren. ‘Over een gelijk speelveld, maar ook over de impact van fintech op de stabiliteit en reputatie van het financiële systeem, over de voorlichting aan klanten over hoe om te gaan met de groter wordende diversiteit aan aanbod van financiële diensten en over het gebruik van data en de impact hiervan op privacy en veiligheid.’