Facturen en contracten binnen de EU in elke taal op te stellen en ondertekenen

Europese Hof: Vlaamse eis dat facturen in het Nederlands opgesteld dienen te worden belemmert vrij verkeer van goederen en diensten.
Dat een nationale wet eist dat facturen voor aan het buitenland geleverde diensten in één specifieke taal moeten worden opgesteld, is in strijd met Europese wetgeving, heeft het Europese Hof van Justitie besloten. Handelspartners moeten in staat gesteld worden facturen en contracten op te stellen in elke taal die zij beiden verstaan en begrijpen, mits die taal even ‘authentiek’ is als de lokaal voorgeschreven taal. 
 
De zaak – New Valmar BVBA v Global Pharmacies Partner Health Srl (Case C-15/15) –  betrof een dispuut over onbetaalde rekeningen van New Valmar, een bedrijf uit Vlaanderen, en Global Pharmacies Partner Health (GPPH), een Italiaans bedrijf.
GPPH claimde dat de betreffende facturen van nul en generlei waarde waren, omdat ze de lokale (Vlaamse) wetgeving overtraden. Volgens de betreffende Vlaamse wet moeten contracten en facturen van Vlaamse bedrijven in het Nederlands opgesteld worden, willen zij wettelijke geldingskracht hebben. De contracten en facturen waar het geschil over ging gebnruikten de Italiaanse taal. 
 
Hoewel New Valmar ook een Nederlandse vertaling van de documenten kon overleggen, besloot de Belgische rechter dat GPPH een punt had. De kwestie werd doorgeschoven naar het hoogste Hof van Europa, omdat New Valma claimde dat de Vlaamse wet het vrij verkeer van goederen en diensten in de EU belemmerde.
 
Het Hof is het, gezien de uitspraak op 21 juni hl. met New Valma eens. Deze uitspraak heeft ook gevolgen voor de wetgeving ter zake in andere EU-lidstaten. Handelspartners in verschillende landen staat het vrij om zelf een (erkende) taal te kiezen voor hun contracten en facturen, ook al is dat niet de taal van beider vestigingsplaats. Natuurlijk mogen landen eisen, dat dergelijke documenten in de nationale taal worden opgesteld, zodat effectief toezicht mogelijk wordt – maar de eisen in de  betreffende wetgeving moeten wel ‘proportioneel’ zijn, en dus ook toestaan dat handelspartners een andere taal gebruiken in de onderlinge transacties.
 
Gerelateerde artikelen