Europa weert uitheemse oneerlijke concurrentie
Bedrijven van buiten de Europese Unie kunnen vanaf begin 2023 niet meer zomaar investeren in de EU als zij gesubsidieerd worden door hun overheid. De EU-lidstaten en het Europees Parlement zijn het in principe eens geworden over nieuwe wetgeving die bijvoorbeeld de overname door een staatsgesteund Chinees bedrijf van een Nederlandse overneming zal bemoeilijken.
Eurocommissaris Margrethe Vestager (Mededinging) wijst erop dat Europese bedrijven al zestig jaar met strenge regels te maken hebben als het over subsidies gaat. "Maar tot nu hadden we niet dezelfde regels voor niet-Europese bedrijven, wat betekende dat ze met steun van hun overheid een oneerlijk voordeel in de EU hadden."
Buitenlandse steun voor een bedrijf komt in allerlei vormen, zoals renteloze leningen, onbegrensde staatsgaranties, belastingvoordelen of directe staatsfinanciering, aldus de commissie. De nieuwe wetgeving moet ervoor zorgen dat buitenlandse subsidies de Europese markt niet verstoren.
Het dagelijks EU-bestuur krijgt de bevoegdheid om mogelijke buitenlandse staatssteun bij beoogde overnames van Europese ondernemingen door niet-EU-bedrijven te onderzoeken, als het een bedrag van 500 miljoen euro overschrijdt en de directe of indirecte subsidie meer dan 50 miljoen euro bedraagt.
Dat kan ook bij openbare bestedingen van boven de 250 miljoen euro, indien sprake is van minste 4 miljoen euro financiering door een buitenlandse overheid. Betrokken bedrijven worden verplicht die activiteiten in Brussel te melden. De commissie kan voortaan ook achteraf subsidies onderzoeken in alle marktsituaties, ook bij overnames en aanbestedingen die niet boven de drempels uitkomen.